31 januari 2012

0 versus 2 versus 4 wielen


We hebben gisteren een auto gekocht. Eindelijk. Vanaf nu hoeft er dus niet meer elke dag naar de winkel gegaan worden en lijken kleine uitstapjes geen gigantische reizen meer. Oef.
Alhoewel … we moeten wel eerst de verzekering nog geregeld krijgen. En de auto laten registreren op onze naam. En daarvoor moeten we meteen de grote baan op. Als ik zeg ‘groot’, overdrijf ik niet. Een doorsnee-straat heeft hier vaak al meerdere rijvakken. Een ‘grote baan’ heeft er minstens een 3-tal. Verbindingswegen en autostrades hebben er tussen de 4 en de 8. Ahum. En dat voor iemand die in België niet op de autostrade durft te rijden en iemand anders die in de laatste 10 jaar misschien 10 km gereden heeft…

Zoals ik eerder zei, worden tweedehandsauto’s hier voornamelijk via ‘craigslist’ verhandeld. Een website waarop je om-het-even-wat kan kopen en verkopen. Auto's kunnen worden aangeboden door zowel autodealers als de man in de straat. Probleem met de eerste is dat die weinig betrouwbaar zijn: verkopers moeten op het einde van de maand hun quota halen en vinden eerlijkheid dus niet noodzakelijk de belangrijkste richtlijn. Probleem met de tweede is dat die weinig betrouwbaar zijn: je hebt geen flauw idee bij wie je terecht komt en of hij/zij je al dan niet blaasjes wijsmaakt. Probleem met beide is dat de kans klein is dat ze om de hoek wonen: Je hebt dus een auto nodig om naar de auto te gaan kijken.
De combinatie van deze drie problemen verklaart waarom we zo lang alles te voet gedaan hebben. Gelukkig kregen we van een andere internationale onderzoeker (een Noor, die ook nog eens onze buurman bleek te zijn) de tip om een mailtje te sturen naar de mailinglist van University Hills, de gemeenschap/buurt waarin we wonen. Aangezien hier enkel proffen en internationale bezoekers (zoals wij) wonen, is betrouwbaarheid hier al iets waarschijnlijker. Bovendien impliceert het begrip internationale 'bezoekers' dat mensen vaak verhuizen en auto's kopen/verkopen.
We hadden geluk. We kregen meteen enkele mailtjes van erg behulpzame mensen (met uitleg over het openbaar vervoer, auto's te koop en te huur) en één daarvan sprak ons aan. Een professor verkocht de auto van zijn zoon. Die had die gebruikt tijdens zijn middelbare schooltijd en de eerste jaren van verdere studie, maar ging nu in een andere stad verder studeren en had geen auto meer nodig. Betrouwbaar aanbod. En eveneens belangrijk: De auto in kwestie bevond zich slechts enkele straten verwijderd van ons appartement.

We gingen vorige week maandag langs en kwamen al snel tot een compromis. Wij hebben een bod gedaan, zij hebben dat aanvaard en dat was dat. Of toch niet helemaal, want eerst moest de auto nog een 'smog test' ondergaan. En dat dient verplicht te gebeuren door de persoon die de auto te koop aanbiedt. Tja. Proffen hebben drukke levens. De man in kwestie vertrok dinsdagochtend naar Manilla om daar een lezing te gaan geven. We zouden dus nog een weekje moeten wachten vooraleer we de transactie definitief konden maken. Ach ja, dat beetje extra geduld hadden we er wel voor over.
Gisterenavond zijn we dan opnieuw langsgegaan. We praatten wat over koetjes, kalfjes en de auto, en kregen pardoes een gratis ipod aangeboden... De auto bleek een ipod-aansluiting te hebben in het handschoenenkastje, maar wij hebben geen ipod. Dat vonden die mensen onbegrijpelijk. Ze wisten niet dat er wezens zoals wij bestonden. Dat we wel twee mp3-spelers hebben deed er niet toe. De man vroeg nog halflachend (maar ook halfserieus) of we toch wel een computer hadden en ging vervolgens in de kasten neuzen. Ze hadden nog wel enkele ipods rondslingeren... En inderdaad, hij diepte er eentje op uit de kast en gaf hem ons gratis en voor niks mee. Volgens hem 'antiek', maar volgens ons in prima conditie. En zo kunnen we dus vanaf nu rijden in plaats van wandelen. Met onze 2004 Volkswagen Jetta Wagon. Mét ipod.




Twee dagen na de testrit met de auto ontdekten we ook een fiets. Een roze. Met een toeter. Het ligt dus nogal voor de hand wie ermee zal rijden :-)
We waren aangenaam verrast tijdens onze eerste dagen hier te ontdekken dat de campus over een 'bike shop' beschikt. Vanzelfsprekend hoopten we daar een fiets te vinden en snel wat mobieler te worden. Jammer genoeg bleek echter dat ze in de bike shop enkel nieuwe fietsen verkopen, en dat voor behoorlijk hoge bedragen. Maar ... de eigenaar van de shop vertelde ons dat hij in zijn vrijetijd ook tweedehandsfietsen herstelde en te koop aanbood. Prima. Wij enkele dagen later terug. Geen fiets. Op onze volgende bezoeken stond er respectievelijk: een mannenfiets, een koersfiets, geen fiets, en opnieuw een mannenfiets. De fietsen die hij meebracht bleken bovendien niet al te best in orde. Uiteindelijk hebben we het dus maar opgegeven, enigszins teleurgesteld in Chad, de verkoper.
Gelukkig ontdekte Davy in de universiteitskrant dat er éénmaal per maand een 'bike sale' georganiseerd wordt door de campuspolitie. Achtergelaten fietsen worden daar verkocht voor een prikje. Vaak zijn ze echter ook behoorlijk beschadigd. Maar we hebben er één pareltje uitgehaald. Een fiets die goed werkt, mét versnellingen.

Ik word hier gemiddeld 5 keer per week 'cute' genoemd. Dat kan gaan over mijn haar, mijn kleren, mijn botten, mijn oorbellen, of gewoon mijn gehele ik. Bizar vind ik dat, maar ik geraak eraan gewend. Het zijn trouwens altijd vrouwen die met die term goochelen: collega's, secretaresses, bankbedienden,  winkelverkoopsters en wildvreemden.
Ik vrees dat mijn nieuwe fiets me niet van dat label af zal helpen...





Impressie van San Diego


Bij (voorlopig) gebrek aan een reisverslag, hier alvast enkele foto's van onze uitstap naar San Diego.
























29 januari 2012

WERKWEEK 1: You’re not going to be here every day


Maandag 9 januari was mijn  eerste werkdag. En eveneens het begin van het winter quarter. In vergelijking met donderdag bleek de campus getransformeerd tot een mierennest. Toepasselijk, want de mascotte van de universiteit is een miereneter (waarover later meer). Gelukkig had ik die dag al meteen veel te doen, wat me verhinderde om teveel na te denken.

Eerste stop: de ‘payroll officer’. De secretaresse was zo vriendelijk om met me mee te wandelen naar het gebouw waar ik moest zijn en dropte me bij een oudere dame. Doel: héél veel paperassen doornemen en ondertekenen. Een nieuweling als ik blijkt behoorlijk wat administratie in orde te moeten brengen:
  • kopies nemen van tal van documenten (paspoort, visum, DS-2019, I-94, ...),
  • een personeelsnummer en een personeelskaart aanvragen (wat een voorwaarde bleek om (thuis) op internet te kunnen),
  • een Amerikaanse bankrekening openen,
  • formulieren invullen voor de belastingen (die ik hier helemaal niet moet betalen, maar dat doet er niet toe),
  • formulieren invullen om sleutels te krijgen (zelfs van mijn eigen bureau),
  • zorgen dat je een Amerikaans telefoonnummer hebt waarop je bereikbaar bent,
  • een 'social security number' aanvragen,
  • en nog veel meer dat ik alweer vergeten ben.

Elk van die stappen neemt de nodige tijd in beslag en vaak kan de ene pas na de andere gebeuren. Internettoegang in ons appartement hadden we uiteindelijk pas na twee weken. Sleutels van mijn bureau heb ik na anderhalve week kunnen bemachtigen. Tevoren moest ik elke keer bij de secretaresse gaan kloppen om te vragen om me binnen te laten. Maar dat had ook een pluspunt. Zo bleek al snel dat ik me niet teveel zorgen moet maken over verplichte aanwezigheid. Op mijn eerste werkdag kreeg ik te horen dat ik mijn bureau zou delen met een andere postdoctorale onderzoekster, maar dat dat geen probleem zou zijn. She’s not going to be here every day, you’re not going to be here every day, so you shouldn’t have any problems sharing your office.” Euh… als ik hier niet ga zijn, waar dan wel? Ik was toch een beetje in de war. Mijn bureaugenote is er inderdaad even vaak niet dan wel, maar ik zit voorlopig nog het merendeel van de dag op mijn bureaustoel. Misschien dat daar verandering in komt van zodra het weer nog wat beter wordt. Ons appartement heeft een terras, dus misschien blijkt dat ook wel een comfortabele werkplek :-)

braaf op mijn bureaustoel
eindelijk een personeelskaart en sleutels

De middagpauze van mijn eerste werkdag werd opgevuld door een seminarie van anderhalf uur. Een aangename verrassing was dat er tijdens elk seminarie 'snacks' voorzien worden. Het merendeel daarvan zijn gezonde dingen, zoals groenten en fruit (en vreemde substanties zoals hummus, waar ze hier verzot op zijn), maar soms zijn er ook koekjes :-) Onmiddellijk na het seminarie volgde er een 'labmeeting' (= vergadering van de groep) bij Elizabeth Loftus. Dat is één van de proffen waar ik hier mee zal samenwerken en één van de grootste namen in mijn vakgebied. Ze blijkt een joviaal, klein, oud(er) dametje. Haar groep bestaat uit een 8-tal mensen, voornamelijk doctoraatsstudenten. De meetings beloven alvast heel erg interessant te worden.

Met Linda Levine, mijn andere contactpersoon, had ik op dinsdag een afspraak. Ook die viel bijzonder goed mee. Zij geeft op maandagvoormiddag een vak ('emotion, reasoning, and memory') dat ik ga meevolgen. Het is een 'discussie-vak', waarbij er op voorhand een 5-tal artikels moeten gelezen worden, waarover dan 3 uur (jawel..) gediscussieerd wordt. Dat belooft. Tenslotte heb ik ook al enkele leuke en interessante gesprekken gehad met Robin, een doctoraatsstudente die (net als ik) samenwerkt met beide proffen. Hopelijk zullen we erin slagen om samen (minstens) een experiment op te zetten. Iedereen is ontzettend vriendelijk, maar 't is toch nog wel serieus aanpassen. En heel wat gezichten en namen onthouden...

We hebben mijn eerste werkweek afgesloten met opnieuw een uitstapje. Deze keer niet voor de fun. Het ‘social security’ kantoor bleek zich niet in Irvine, maar in Mission Viejo te bevinden. Een andere stad, die niet zo gemakkelijk te bereiken is met het openbaar vervoer. Voor het gemak zijn we er naartoe gegaan met de taxi, maar dat was een dure rit. De terugrit zouden we dus toch maar met de bus doen. Zo gezegd, zo gedaan, al hebben we anderhalf uur staan koekeloeren vooraleer de bus kwam. Zonder auto blijk je hier in Orange County min of meer hulpeloos. Maar ook het kopen van een auto is moeilijk zonder auto. Tweedehandsauto's worden hier hoofdzakelijk via 'Craigslist' verkocht (= een website waarop je alle mogelijke dingen kan kopen en verkopen, per regio). Maar zonder auto is het gewoon onmogelijk om ergens naar een auto te gaan kijken... Wordt vervolgd :-)




Het weekend na mijn eerste werkweek bleek al meteen een lang weekend. Maandag 16 januari was 'Martin Luther King, Jr. Day' en dus een verlofdag. San Diego is bereikbaar met de trein vanuit Irvine en werd daarom onze eerste reisbestemming. De treinrit duurt 1u 42min en loopt langs de kustlijn, wat prachtige uitzichten geeft. Het is ook een superleuke stad, al hadden we wat pech met het weer. Wie denkt dat het in Californië nooit regent, vergist zich wel degelijk. Maar toch wel liever in San Diego in de regen dan in België in de regen :-) 

NET GEARRIVEERD: een beetje paniek en veel geregel

Woensdag 4/1

Met de nodige stress hebben we rond 9u30 de deur in Leuven achter ons toegetrokken. Met enige vertraging en de nodige vermoeidheid zijn we rond 18u30 gearriveerd in de luchthaven van Los Angeles (18u30 plaatselijke tijd; 3u30 Belgische tijd). De afstand LA-Irvine is vergelijkbaar met de afstand Buggenhout-Leuven of Meerhout-Leuven. Niet echt ver, maar toch moeilijk te voet te overbruggen. Zeker met 4 valiezen, 2 laptoptassen, een rugzak en een handtas. We moesten dus op zoek naar vervoer. Omdat we de sleutels van ons appartement moesten gaan oppikken in een soort brievenbus (‘lock box’), konden we jammer genoeg geen goedkope shuttle bus nemen. Die maken immers geen tussenstops. In de rij gaan staan voor een taxi dus...

Het werd een indrukwekkende rit. LA blijkt gigantisch. Zowel qua oppervlakte als qua drukte als qua aantal rijvakken. Taxichauffeurs rijden niet op kennis, maar op gps. Een gps die in ons geval weinig betrouwbaar bleek. Ergens temidden van California Avenue gaf hij aan het adres van de lock box bereikt te hebben. Probleem: Het enige wat we wisten is dat die ergens op een parking van het ‘community center’ moest staan. Geen community center te bespeuren. Verlaten straten en dus ook niemand te bekennen om de weg aan te vragen. Bij wijze van oplossing heeft de taxichauffeur minstens een kwartier lang heen en weer gereden tussen twee kruispunten. Om er telkens bij het ene kruispunt van overtuigd te zijn dat het community center wellicht aan het andere kruispunt lag. Omdat het steeds later werd, de meterstand steeds verder de hoogte inging, onze stemmen steeds paniekeriger begonnen te klinken en we nog altijd geen idee hadden waar we naartoe moesten, stelde de man een goede daad: Hij zette de meter uit. Hij bekende ons ook dat hij nog nooit op de campus geweest was. Het was dus een gezamenlijk avontuur. Uiteindelijk is hij toch nog een beetje verder gereden. Gelukkig. Daar was het community center met de lock box.

De zoektocht naar ons appartement duurde minder lang. Het was ook maar één straat verder. We hebben de taxichauffeur een flinke fooi gegeven en kregen de deur naar onze nieuwe thuis vlotjes open met de sleutel uit de lock box. Ondertussen was het al 21u30 (half 7 's morgens in België). Het appartement bleek groter dan verwacht en dik in orde. Zelfs het bed was opgemaakt. De frigo en diepvries zijn groot genoeg om een heel gezin in te verstoppen, maar waren uiteraard leeg. Gelukkig waren we zo slim geweest om op de luchthaven nog snel iets te kopen om te eten. De volgende ochtend hebben we overleefd op sultanakoeken die we van thuis hadden meegebracht.


Donderdag 5/1
 
Donderdag konden we eindelijk zien in welke buurt we terechtgekomen waren. Heuvelachtig. Tja, we wonen dan ook in de University Hills. Brede straten. Alles is hier ruim, héél ruim. Mooi weer. In tegenstelling tot wat we de avond ervoor tijdens de paniekerige taxirit dachten, bleek het toch doenbaar om te voet van ons appartement tot het centrum van de campus te gaan (1.5 à 2 km). Gelukkig maar, want autoverhuurbedrijven en fietsenwinkels blijken hier niet bepaald dik gezaaid...

Met een plannetje in de hand hebben we de campus verkend. Eigenlijk is die een beetje te vergelijken met Leuven. Zonder de cafés dan. Maar bijna even groot dan Leuven centrum en eveneens omgeven door een ringweg. Wel, niet echt omgeven, maar de universiteitsgebouwen liggen in een cirkel. Het middelpunt van die cirkel is een groot park. De eerste stop was het ‘international center’. Of nee, de eerste stop werd Starbucks. Om onze maag te vullen. De tweede stop was de bibliotheek, omdat we hadden uitgedokterd dat we daar wellicht kopies zouden kunnen maken. De derde stop was het international center. Daar moesten we een hele stapel papieren gaan afgeven (voornamelijk in verband met ons visum: J1 en J2, voor de kenners). Gelukkig bleek alles in orde, waarop we een klein papiertje met een handtekening op kregen. Dat mocht mee naar de secretaresse van mijn afdeling. Ik had al heel wat contact met haar gehad via e-mail en in het echte leven bleek ze nog vriendelijker. Ze heeft voor mij een afspraak gemaakt met de ‘payroll officer’ en heeft ons getoond hoe we ons als bezoeker konden registreren om te kunnen inloggen op het campus-internetnetwerk. In het ‘visitor center’ konden ze ons vervolgens vertellen waar de dichtstbijzijnde winkel was, wat de volgende stop op onze tocht werd. Trader Joe’s is een winkel die enkel fairtrade-producten verkoopt en liefst zoveel mogelijk organisch. Ze houden nogal van gezonde voeding hier in Californië (maar ook van alles wat voorverpakt is). Beetje schrikken bij het eerste bezoek, maar ondertussen weten we al vrij goed wat we er wel en niet kunnen kopen. Albertsons is dan weer een gigantische supermarkt, met een (voor de twijfelaars onder ons) verlammend aantal keuzemogelijkheden. Alles ligt er bovendien zo netjes geordend dat je zou denken dat de uitbater aan één of andere psychologische stoornis lijdt. Beide winkels zijn een dikke 20 minuten wandelen voor ons, dus boodschappen doen gebeurt met kleine hoeveelheden tegelijk.


Vrijdag 6/1
 
Vrijdag hebben we een bezoek gebracht aan het 'housing office' (= onze huisbaas) voor een tweede sleutel en opnieuw allerlei paperassen. Onze verwarming bleek kapot en dat wouden we hen vertellen, maar blijkbaar wisten ze dat al. Ze vonden het alleen niet nodig om ons dat te laten weten. Het heeft uiteindelijk anderhalve week geduurd eer alles werkte. Tijdens die periode toch best wat kou gehad. Overdag is het hier meestal mooi weer, maar 's avonds, 's nachts en 's morgens daalt de temperatuur tot zo’n 5 à 10 graden. Met slecht geïsoleerde muren en enkel glas is het binnen dan ook maar 15 à 16 graden. Ik had mijn ‘vuurke’ van in het PSI kunnen gebruiken :-) In het housing office hebben ze ons een klein blazertje meegegeven, wat het net iets draaglijker maakte, maar een heel appartement verwarm je daar uiteraard niet mee.
 
De tweede stop op vrijdag was de bank. Een rekening openen bleek gratis en gemakkelijk, maar behoorlijk tijdrovend door de vele paperassen. Nadat alle handtekeningen gezet waren, kregen we ... een pony, Snowflake genaamd.


Weekend
 
Het weekend bracht een beetje rust. Zaterdag zijn we naar de markt geweest (‘farmers market’, dus vooral groeten en fruit) en zondag naar Fashion Island, een gigantisch openlucht-winkelcentrum. Daar geraakten we met de bus. Na lang wachten. Op bushaltes hier staat enkel weergegeven om de hoeveel tijd de bus komt, niet op welk tijdstip dat precies is. Wanneer je aan een halte wil opstappen, heb je dus geen idee wanneer de vorige bus gepasseerd is en wanneer de volgende zal komen. Enkel wat de maximale duur tussen twee bussen is. En dat gaat niet om een kwartier. Eerder 60 à 70 minuten. We zochten een nieuwe gsm voor Davy (en een simkaart voor ons beiden), maar zelfs in een gigantische ‘mall’ als Fashion Island bleek dat niet te vinden. Er was uiteraard wel een Apple-winkel, maar die had geen concurrentie van andere gsm-winkels of -providers. De doorsnee Amerikaan vindt het dan ook vreemd dat iemand géén iPhone zou willen kopen.
 
Al bij al was het een leuk uitstapje en een plek waar ik de komende maanden zeker nog eens naar terugkeer. Maar dan enkel in het gezelschap van mijn bankkaart, zonder wachtende man :-)
En om jullie toch een klein beetje jaloers te maken... Toen we stonden te wachten op de bus naar huis, zag de omgeving er zo uit: