Woensdag 4/1
Met de nodige stress hebben we rond 9u30 de deur in Leuven achter ons toegetrokken. Met enige vertraging en de nodige vermoeidheid zijn we rond 18u30 gearriveerd in de luchthaven van Los Angeles (18u30 plaatselijke tijd; 3u30 Belgische tijd). De afstand LA-Irvine is vergelijkbaar met de afstand Buggenhout-Leuven of Meerhout-Leuven. Niet echt ver, maar toch moeilijk te voet te overbruggen. Zeker met 4 valiezen, 2 laptoptassen, een rugzak en een handtas. We moesten dus op zoek naar vervoer. Omdat we de sleutels van ons appartement moesten gaan oppikken in een soort brievenbus (‘lock box’), konden we jammer genoeg geen goedkope shuttle bus nemen. Die maken immers geen tussenstops. In de rij gaan staan voor een taxi dus...
Het werd een indrukwekkende rit. LA blijkt gigantisch. Zowel qua oppervlakte als qua drukte als qua aantal rijvakken. Taxichauffeurs rijden niet op kennis, maar op gps. Een gps die in ons geval weinig betrouwbaar bleek. Ergens temidden van California Avenue gaf hij aan het adres van de lock box bereikt te hebben. Probleem: Het enige wat we wisten is dat die ergens op een parking van het ‘community center’ moest staan. Geen community center te bespeuren. Verlaten straten en dus ook niemand te bekennen om de weg aan te vragen. Bij wijze van oplossing heeft de taxichauffeur minstens een kwartier lang heen en weer gereden tussen twee kruispunten. Om er telkens bij het ene kruispunt van overtuigd te zijn dat het community center wellicht aan het andere kruispunt lag. Omdat het steeds later werd, de meterstand steeds verder de hoogte inging, onze stemmen steeds paniekeriger begonnen te klinken en we nog altijd geen idee hadden waar we naartoe moesten, stelde de man een goede daad: Hij zette de meter uit. Hij bekende ons ook dat hij nog nooit op de campus geweest was. Het was dus een gezamenlijk avontuur. Uiteindelijk is hij toch nog een beetje verder gereden. Gelukkig. Daar was het community center met de lock box.
De zoektocht naar ons appartement duurde minder lang. Het was ook maar één straat verder. We hebben de taxichauffeur een flinke fooi gegeven en kregen de deur naar onze nieuwe thuis vlotjes open met de sleutel uit de lock box. Ondertussen was het al 21u30 (half 7 's morgens in België). Het appartement bleek groter dan verwacht en dik in orde. Zelfs het bed was opgemaakt. De frigo en diepvries zijn groot genoeg om een heel gezin in te verstoppen, maar waren uiteraard leeg. Gelukkig waren we zo slim geweest om op de luchthaven nog snel iets te kopen om te eten. De volgende ochtend hebben we overleefd op sultanakoeken die we van thuis hadden meegebracht.
Donderdag 5/1
Donderdag konden we eindelijk zien in welke buurt we terechtgekomen waren. Heuvelachtig. Tja, we wonen dan ook in de University Hills. Brede straten. Alles is hier ruim, héél ruim. Mooi weer. In tegenstelling tot wat we de avond ervoor tijdens de paniekerige taxirit dachten, bleek het toch doenbaar om te voet van ons appartement tot het centrum van de campus te gaan (1.5 à 2 km). Gelukkig maar, want autoverhuurbedrijven en fietsenwinkels blijken hier niet bepaald dik gezaaid...
Met een plannetje in de hand hebben we de campus verkend. Eigenlijk is die een beetje te vergelijken met Leuven. Zonder de cafés dan. Maar bijna even groot dan Leuven centrum en eveneens omgeven door een ringweg. Wel, niet echt omgeven, maar de universiteitsgebouwen liggen in een cirkel. Het middelpunt van die cirkel is een groot park. De eerste stop was het ‘international center’. Of nee, de eerste stop werd Starbucks. Om onze maag te vullen. De tweede stop was de bibliotheek, omdat we hadden uitgedokterd dat we daar wellicht kopies zouden kunnen maken. De derde stop was het international center. Daar moesten we een hele stapel papieren gaan afgeven (voornamelijk in verband met ons visum: J1 en J2, voor de kenners). Gelukkig bleek alles in orde, waarop we een klein papiertje met een handtekening op kregen. Dat mocht mee naar de secretaresse van mijn afdeling. Ik had al heel wat contact met haar gehad via e-mail en in het echte leven bleek ze nog vriendelijker. Ze heeft voor mij een afspraak gemaakt met de ‘payroll officer’ en heeft ons getoond hoe we ons als bezoeker konden registreren om te kunnen inloggen op het campus-internetnetwerk. In het ‘visitor center’ konden ze ons vervolgens vertellen waar de dichtstbijzijnde winkel was, wat de volgende stop op onze tocht werd. Trader Joe’s is een winkel die enkel fairtrade-producten verkoopt en liefst zoveel mogelijk organisch. Ze houden nogal van gezonde voeding hier in Californië (maar ook van alles wat voorverpakt is). Beetje schrikken bij het eerste bezoek, maar ondertussen weten we al vrij goed wat we er wel en niet kunnen kopen. Albertsons is dan weer een gigantische supermarkt, met een (voor de twijfelaars onder ons) verlammend aantal keuzemogelijkheden. Alles ligt er bovendien zo netjes geordend dat je zou denken dat de uitbater aan één of andere psychologische stoornis lijdt. Beide winkels zijn een dikke 20 minuten wandelen voor ons, dus boodschappen doen gebeurt met kleine hoeveelheden tegelijk.
Vrijdag 6/1
Vrijdag hebben we een bezoek gebracht aan het 'housing office' (= onze huisbaas) voor een tweede sleutel en opnieuw allerlei paperassen. Onze verwarming bleek kapot en dat wouden we hen vertellen, maar blijkbaar wisten ze dat al. Ze vonden het alleen niet nodig om ons dat te laten weten. Het heeft uiteindelijk anderhalve week geduurd eer alles werkte. Tijdens die periode toch best wat kou gehad. Overdag is het hier meestal mooi weer, maar 's avonds, 's nachts en 's morgens daalt de temperatuur tot zo’n 5 à 10 graden. Met slecht geïsoleerde muren en enkel glas is het binnen dan ook maar 15 à 16 graden. Ik had mijn ‘vuurke’ van in het PSI kunnen gebruiken :-) In het housing office hebben ze ons een klein blazertje meegegeven, wat het net iets draaglijker maakte, maar een heel appartement verwarm je daar uiteraard niet mee.
De tweede stop op vrijdag was de bank. Een rekening openen bleek gratis en gemakkelijk, maar behoorlijk tijdrovend door de vele paperassen. Nadat alle handtekeningen gezet waren, kregen we ... een pony, Snowflake genaamd.
Weekend
Het weekend bracht een beetje rust. Zaterdag zijn we naar de markt geweest (‘farmers market’, dus vooral groeten en fruit) en zondag naar Fashion Island, een gigantisch openlucht-winkelcentrum. Daar geraakten we met de bus. Na lang wachten. Op bushaltes hier staat enkel weergegeven om de hoeveel tijd de bus komt, niet op welk tijdstip dat precies is. Wanneer je aan een halte wil opstappen, heb je dus geen idee wanneer de vorige bus gepasseerd is en wanneer de volgende zal komen. Enkel wat de maximale duur tussen twee bussen is. En dat gaat niet om een kwartier. Eerder 60 à 70 minuten. We zochten een nieuwe gsm voor Davy (en een simkaart voor ons beiden), maar zelfs in een gigantische ‘mall’ als Fashion Island bleek dat niet te vinden. Er was uiteraard wel een Apple-winkel, maar die had geen concurrentie van andere gsm-winkels of -providers. De doorsnee Amerikaan vindt het dan ook vreemd dat iemand géén iPhone zou willen kopen.
Al bij al was het een leuk uitstapje en een plek waar ik de komende maanden zeker nog eens naar terugkeer. Maar dan enkel in het gezelschap van mijn bankkaart, zonder wachtende man :-)
En om jullie toch een klein beetje jaloers te maken... Toen we stonden te wachten op de bus naar huis, zag de omgeving er zo uit:
Gelukt ! Jaloers.
BeantwoordenVerwijderenPrachtig!
BeantwoordenVerwijderenHeel leuk om lezen, we wachten op het vervolg
BeantwoordenVerwijderenHeerlijk om te lezen , ik wacht al vol ongeduld om de rest van jullie avonturen daar te lezen !
BeantwoordenVerwijderenRita