11 maart 2012

Internationale lunch, wijn met de oudjes, Mozart en een scanner

Vorige zondag had ik een concert. Net voor we het podium mochten betreden, werd het me echter allemaal teveel en ben ik terug richting huis moeten gaan. De volgende dag lag ik in een MRI-scanner. Maar laten we beginnen bij het begin.
Ik kwam bij het koor via Karl en Helene. Karl en Helene zijn onze buren, die ik dan weer leerde kennen via Eryn.

Nog voor ik hier begon te werken, wist ik dat er op het moment dat wij hier zouden zijn ook een andere buitenlandse bezoeker zou zijn in de Loftus-groep. Dat werd namelijk terloops vermeld in een e-mail over de vraag waar ik bureauruimte zou krijgen. Tijdens de labmeeting op mijn allereerste dag werd ik aan iedereen voorgesteld en ontdekte ik dat de andere ‘bezoeker’ Eryn heette en afkomstig was uit Nieuw-Zeeland. Een knappe griet met lang zwart haar en bijzonder veel charme. Ze is hier al sinds september en behoorlijk goed ingeburgerd. In week 2 liet Eryn me weten dat ze zou gaan lunchen met enkele andere buitenlanders en dat ik gerust mee mocht. Zo gezegd, zo gedaan.
Ik ontmoette Sandrine, Joëlle, Christian, Karl en Helene. Respectievelijk twee Zwitserse postdocs, een Deense doctoraatsstudent, een Noorse doctoraatsstudent en diens Noorse vrouw. De eerste drie hebben, net als Eryn trouwens, tijdelijk professioneel onderdak gevonden bij het departement ‘Criminology, Law, and Society’. Karl is een wiskundige, die Eryn leerde kennen toen ze hier beiden arriveerden met een Fullbright-beurs. Zijn vrouw Helene is fysiotherapeute, maar heeft hier tijdelijk - net als Davy - een zee van (vrije)tijd. De lunch in het zonnetje op het ‘student terrace’ naast de foodcourts was aangenaam. Zo aangenaam dat we besloten om er een wekelijkse gewoonte van te maken. Iedere donderdagmiddag spreken we af met wie tijd en zin heeft. Davy heeft ons ondertussen ook vervoegd, net als Rikke, een Deense doctoraatsstudente die in februari gearriveerd is.

Het leuke aan de samenkomsten met ‘the international crew’ is dat je elkaar informatie kan vragen en bezorgen over allerlei aspecten die voor bezoekers belangrijk zijn. Zoals bezienswaardigheden, winkels, administratie, vervoer, gekke Amerikaanse gewoonten, ... En hobby’s. Karl en Helene zijn hier al sinds september en bleken ondertussen deel uit te maken van een koor. Toen ik enthousiast zei dat ik ook wel geïnteresseerd was, lag het voor hen eigenlijk al vast dat ik zou meedoen. Onder enige druk van Karl stuurde ik een mailtje naar de dirigent. Hij nodigde me uit om even langs te komen voor – althans dat dacht ik – een kennismakingsgesprek. Toen ik aankwam op het moment en de plaats van de afspraak bleek er echter net een repetitie te starten. Waarop ik werd voorgesteld als nieuw lid van het koor.
Het ging dus allemaal nét iets te snel, waardoor ik eigenlijk niet de tijd had om me te informeren over hun aanpak, niveau en muziekkeuze. De aanpak bleek oké. Wekelijkse 3 uur-durende repetities op dinsdagavond. Met slechts één korte pauze tussendoor en veel meer discipline dan ik gewend ben, is dat wel behoorlijk vermoeiend. Het niveau bleek meer dan oké. Iedereen is muzikaal geschoold en er wordt vlot op het zicht gezongen. De muziekkeuze is een ander paar mouwen. Ik ontdekte dat er een concert in het vooruitzicht lag, met als titel ‘Strictly Mozart’. Tja. Het was meteen duidelijk wat er op het programma stond. Mozart, Mozart en nog eens Mozart. Het requiem en een hele resem vespers. Hoog, hoger, hoogst voor de sopraanpartij. Wie me een beetje kent, weet hoezeer ik van zo’n muziek hou ;-)
Soit, ik heb mezelf gepromoveerd tot alt in plaats van sopraan en er het beste van gemaakt. Het is leuk dat ik hier kan zingen en het koor is een ideale plek om nieuwe mensen te leren kennen. Na elke repetitie trekken we met een aantal mensen naar de pub. Steevast aanwezig zijn Karl & Helene, Julie, Dan en Rachelle. Julie is een Engelse die hier ondertussen al drie jaar werkt. Dan en Rachelle zijn rasechte Amerikanen (en vormden tot voor kort een koppel).

Ik wist dat Karl en Helene (en Christian) ook in Gabrielino Drive woonden, maar wist niet precies waar. Toen we samen naar huis wandelden na mijn eerste repetitie (en cafébezoek), bleek dat onze keuken uitkijkt op hun voordeur. Buren dus. Handig. Karl was ook degene die me vertelde over de ‘University Hills mailing list’ en ons zo aan een auto hielp. Toen ik – ondertussen al meer dan een maand geleden – een mailtje stuurde naar deze lijst om te vragen of toevallig niemand zijn of haar auto verkocht, was ik een beetje bang dat dit vreemd zou overkomen. Ondertussen weten we beter. Werkelijk àlles wordt op die mailing list gevraagd, aangeboden, bediscussieerd en bekritiseerd. Tot wie wel en niet stopt aan de stopborden toe. Big brother is watching.
Via Eryn ontdekten we nog iets anders over University Hills dat we nog niet wisten. Dat er maandelijkse ‘wine tastings’ zijn. Waarop iedereen die in Uni Hills woont of aan de universiteit werkt welkom is. Eryn en Zoe (mijn bureaugenote) gaan er meestal naartoe en namen ons mee naar de februari-editie. Twee weken geleden kwamen we dus terecht in de living van een vreemde, waar we wijn dronken met nog meer vreemden. Met een gemiddelde leeftijd van 55. Inderdaad, gemiddelde leeftijd. :-)
Blijkbaar hadden alle jonge aanhangers van het initiatief net die avond afgehaakt. Zonder ons vieren (Eryn, Zoe, Davy en ik) was de gemiddelde leeftijd 65 geweest. Zonder overdrijven. De meeste aanwezigen bleken gepensioneerd. En als je weet dat proffen hier gerust tot na hun 70e mogen blijven werken, dan weet je ook meteen wat dat zegt over hun leeftijd. Davy heeft heel de avond geboeid geluisterd naar (en in het oor geschreeuwd van) een vriendelijk koppel dat 65 jaar getrouwd was. 80-plus dus. Ik heb me gelukkig iets meer kunnen mengen tussen de rest van de aanwezigen. En daar was ik blij om, want één van die aanwezigen was Beth. Of beter: Prof. Elizabeth Loftus. Ze was heel blij dat we er waren en ik was dan weer blij om haar eens buiten de werksfeer te kunnen zien.
Eigenlijk was het grappig. Beth is een wetenschappelijk icoon. Eén van de invloedrijkste psychologen ooit. In de jaren ’80-’90 liet ze de wetenschappelijke én juridische wereld op hun grondvesten daveren door haar werk over valse herinneringen. Sindsdien heeft ze die onderzoekslijn steeds verder en verder uitgebouwd, en fungeerde ze als ‘expert witness’ in enkele van de grootste rechtszaken van het land (waaronder die van Michael Jackson). Ze vliegt de wereld rond om te praten over haar onderzoek en de muren van haar bureau hangen vol met wetenschappelijke onderscheidingen (wat blijkbaar nog maar een fractie is van het werkelijke aantal). Maar op de wine tasting stond ze te giechelen als een klein meisje achter haar wijnglas. Een wijnglas met tekeningen op en met een roze pluchen versiering rond de voet. Een soort mini-boa. Die ze te mooi vond om weg te gooien. En toen op het einde van de avond de grote onthulling volgde (de wijnflessen worden in genummerde papieren zakken gestoken en pas op het einde van de avond wordt onthuld wat de inhoud was, na een stemming over wie welke wijn de lekkerste vond) en ik als enige vol overtuiging voor witte wijn nr 3 stemde, vond ze dat hilarisch. Schaterlachend bekende ze dat ze zelf eigenlijk meestal de groep volgt, omdat ze geen flauw benul heeft van wat goed en niet goed is. Ze had ondertussen misschien al een paar glaasjes teveel op en schokte nog minstens een half uur na van het lachen. Dat vind ik geweldig. Wetenschappelijk groot kunnen zijn, maar niet de nood hebben om overal en altijd over het werk te praten en serieus genomen te worden. Zichzelf bovendien ook niet te serieus nemen. Zo mogen van mij alle wetenschappelijke iconen zijn.

Vorig weekend was dan het moment van het Mozart-concert aangebroken. Ik wist dat ik een zwarte outfit moest dragen en om 18u in de Winifred Smith Hall moest zijn. Dat was het zo’n beetje. Helene had me op voorhand verteld dat ik me er niet teveel van moest voorstellen. ‘Concert’ is hier een ruim begrip en eigenlijk zou het gewoon een soort ‘sing-along’ zijn. Waarbij wij op het podium zouden staan en mensen in de zaal zouden partituren krijgen en meezingen. Met het requiem van Mozart. Bizar vond ik dat, maar niet zo erg, aangezien ik sommige van de nummers zelf pas voor het eerst gezien had op de vorige repetitie. Ik had er eigenlijk niet zoveel zin in. Het was eindelijk nog eens stralend weer en ik was graag nog wat langer aan het zwembad blijven liggen. Maar ja. Als je je ergens voor engageert, moet je ervoor gaan. Dus douche in en zwarte kleren aan. Ik weet niet goed meer wat ik precies aan het doen was, maar ergens tijdens dat proces botste ik – nogal stevig – met mijn hoofd tegen de hoek van de openstaande deur van de badkamerkast. Ik was even in de war en voelde de klap nog nagonzen, maar probeerde er niet teveel aandacht aan te besteden en vertrok naar het concert.
Aangekomen in het auditorium in kwestie, bleek dat het concert pas om 20u zou beginnen. Veel lange gezichten. Vervolgens bleek ook nog eens dat er nog een drietal andere koren voor ons zouden ‘optreden’ en het concert dus minstens 2 uur zou duren. Nog langere gezichten. Karl was boos en bleef maar zeggen dat hij zoiets nog nooit meegemaakt had. Ik ook niet. Wanneer we in België een concert hebben, weet ik op zijn minst hoe het programma eruit zal zien :-) Maar ik kon het nog wel relativeren. Dan en Rachelle waren er zoals altijd van overtuigd dat een cafébezoek ons goed zou doen. Tenslotte hadden we nog anderhalf uur te vullen. We trokken naar de Steelhead Brewery (een soort taverne/café in het University Center), waar we het gezelschap kregen van Janina, een vriendin van Karl en Helene die bij hen op bezoek was. Het was best gezellig.


Tegen 19u45 waren we terug in het auditorium en iets later ging het concert van start. Het niveau van de andere koren bleek wat lager dan het onze (of dat liet hun muziekkeuze toch vermoeden) en het op-het-zicht meezingen bleek niet al te moeilijk. Wat ik wel lastig vond, was dat we steeds moesten rechtstaan, zitten, rechtstaan, zitten, rechtstaan, … Ik werd duizelig en misselijk. Tegen de tijd dat we het podium op moesten, om 21u30, was het genoeg geweest. Karl en Helene stuurden me naar huis.

De volgende dag waren de hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid nog niet verdwenen. Ik dacht dat het wel zou verbeteren in de loop van de dag, dus ging werken. In de namiddag werd het nog erger en uiteindelijk overtuigden mijn collega’s me om toch maar naar de dokter te gaan. We vonden op internet een ‘emergency care center’ vlakbij. Dat is een soort dokterspraktijk (vergelijkbaar met een huisdokter bij ons, maar met meer ruimte en meer geld), waar je naartoe kan zonder afspraak. De dokter slaagde erin om me bang te maken door meteen te concluderen dat een MRI-scan noodzakelijk was om een bloeding uit te sluiten. Ik mocht zelf beslissen, maar hij liet uitschijnen dat ik met mijn leven speelde. De scanner in dus. Die hadden ze daar gewoon staan. Absurd. Zo’n toestel kost gigantisch veel geld en bij ons kan je zelfs in een ziekenhuis normaal gezien niet zomaar meteen een MRI in. Het lawaai van de machine gaf me enkel meer hoofdpijn en uit de resultaten bleek dat er (gelukkig) niets ernstigs aan de hand was. Maar de badkamerkast had me wel een lichte hersenschudding bezorgd. Ik heb het dus enkele dagen wat rustiger aan moeten doen en ben nog steeds niet helemaal hoofdpijn-vrij. Maar het is aan de beterhand, dus na het weekend ben ik ongetwijfeld weer volledig alive and kicking.

2 opmerkingen:

  1. Wat aan cultuur doen allemaal met zich kan meebrengen ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb badkamerkasten nooit vertrouwd. Daarom leg ik al mijn handdoeken op een stapel in de badkamer. Ik vrees dat ze wel al Lise in hun macht hebben.

    Wees voorzichtig daar in het niet-babyproof Amerika en blijf vooral schrijven.

    BeantwoordenVerwijderen