15 april 2012

On the road (deel 1)


Van 24 maart tot 4 april was onze auto onze beste vriend. We maakten een rondreis doorheen Californië, die we graag met jullie delen. Onze route kan je hier vinden. We hebben veel gezien en gedaan, dus bereid je alvast voor op heel wat foto’s en langdurig leesplezier ;-)

Dag 1: Irvine – Malibu – Santa Barbara
(Ilse)

Onze roadtrip ging van start op zaterdagochtend. Oké, eerder zaterdagvoormiddag. We zijn beiden nooit echt goed geweest in vrijwillig vroeg opstaan. We begonnen met goede moed aan een trip die in totaal een dikke 2200 kilometer lang zou worden.
We namen de Interstate 405-North, volgens Wikipedia “the busiest and most congested freeway in the United States”. Het eerste gedeelte van onze reis werd dus meteen ook het meest hectische. De I 405 omvat gemiddeld zeven rijvakken in elke richting, en de aangegeven maximumsnelheid (65 mph of 105 km/u) is in praktijk de minimumsnelheid. De gemiddelde automobilist rijdt er 80 mph of 130 km/u. Ik was blij dat Davy aan het stuur zat. Gelukkig konden we na een tijdje overschakelen op Route 101.



Een eerste tussenstop maakten we in Malibu. In tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten, bleek dit geen mega-toeristische commerciële plek, maar eerder een oase van rust onder een blauwe hemel. We maakten een wandeling over de pier en genoten van het uitzicht. Wat opvalt in heel wat Californische steden is dat men wel houdt van een beetje eigenheid. Je ziet af en toe dus rare vogels. Op de pier in Malibu stond een oudere man in een stralend witte matroosoutfit rustig te vissen op de klanken van loeiharde metal. Geen idee of hij al iets gevangen had.





We waren nog maar goed en wel op weg, of Murphy kwam ons al vergezellen. Toen ik aan een wandelaar vroeg om bovenstaande foto van ons te nemen, gooide die in al zijn enthousiasme mijn fototoestel op de grond. Gelukkig was er niets cruciaals beschadigd.
We besloten onze boterhammen op te eten op het strand en nestelden ons gezellig in het zonnetje. Ongeveer 3 kwartier na het verlaten van de pier, slaakte ik een kreet. Ik kwam plots tot het besef dat mijn handtas nergens te bespeuren was, terwijl ik die wel had meegenomen uit de auto. Paniek. Davy trachtte me kalm te houden en vroeg me te wachten op het strand terwijl hij in de auto ging kijken. Toen hij vijf minuten later terugkwam, gebarend dat ze niet in de auto lag, liet zijn blik toch ook enige ongerustheid vermoeden. Zonder paspoort zou onze reis zich immers richting ambassade moeten verderzetten.
Ik heb zelden zo hard gelopen als over de pier van Malibu. Ik besefte dat ik mijn handtas op de grond had gezet toen Davy een foto van me nam, en dat ik die daar wellicht domweg had laten staan. Mensen vroegen me of ik iets of iemand zocht. Een man bood aan om te helpen zoeken. En een oud vrouwtje kwam naar me toe om te zeggen dat er een bruin tasje achteraan op de pier op een bank stond. Gelukkig. Gevonden. Een visser had ze tussen zijn spullen gelegd om te verzekeren dat niemand ze zomaar zou meenemen. Er wonen brave mensen in Malibu.

de noodlottige foto

Vanuit Malibu ging de weg verder richting Santa Barbara. We namen Highway 1. Die loopt rakelings langs de kustlijn en is zeker niet de kortste, maar wel de mooiste verbindingsweg tussen het noorden en het zuiden van Californië. Een beetje een vreemde weg ook, die regelmatig verandert van naam en van aantal rijvakken. Soms druk, soms rustig. Maar altijd mooi.



Na het passeren van kilometers oceaan langs de ene kant en een afwisseling van heuvels en aardbeienvelden langs de andere kant, kwamen we aan in Santa Barbara. Stearns Wharf bleek opnieuw een pier, maar één van een zwaarder kaliber dan die in Malibu. Eentje waar de typische Amerikaan met de auto oprijdt in plaats van te voet te gaan. Wij Europeanen kozen toch maar voor een wandeling.
Inventieve daklozen trachtten geld te verdienen door gooispelletjes met geluk als hoogste prijs (zie foto). Wij kozen voor een ijsje. Ik was ervan overtuigd dat de wereld van hoorntjes en roomijs weinig geheimen voor me had, maar dat was buiten de gekke Amerikaanse gewoontes gerekend. Ik bestelde twee smaken en de dame achter de toonbank vroeg of ik een double scoop wou. Ik dacht: Ja, duhu, ik bestel toch twee smaken… Ahum. Ik kende het principe van de enkele versus dubbele schep (single vs double scoop) dus nog niet. Wat in werkelijkheid gebeurde, is dat ik twee bollen van elke smaak kreeg, op een veel te klein hoorntje. Weer iets bijgeleerd. Gelukkig was het een zoete les.







Dag 2: Santa Barbara
(Ilse)

We hadden een kamer geboekt in een groot motel buiten het centrum. Hoewel de term ‘motel’ een negatieve bijklank heeft, weten we ondertussen dat er motels in alle maten en soorten zijn. Dat in Santa Barbara was stijlvol en degelijk. De ontbijtruimte bleek een diner in retrostijl. My cup of tea.
We startten de dag met een bezoek aan de missiepost van Santa Barbara. Een mooi gebouw dat ooit volledig verwoest werd door een aardbeving, maar opnieuw werd opgebouwd naar het oorspronkelijke model. De missie bleek niet louter een mooie hoop stenen, maar een goed functionerende pastorij die doorlopend – en nog steeds – bewoond werd/wordt door Franciscanen, met een grote parochie onder de vleugels. Gezien ons bezoek op zondagochtend plaatsvond, hadden we nog maar net de tijd om de kerk te bezoeken vooraleer de misviering van start zou gaan. Terwijl wij een kijkje namen, stonden de èchte kerkbezoekers in een afzonderlijke ruimte rustig een kop koffie te drinken en wat te keuvelen. Onder begeleiding van Gregoriaanse gezangen verkenden we vervolgens het museum. Best de moeite. Heel wat informatie over de oorspronkelijke bewoners van de missie (zowel geestelijken als native Americans) en typisch Amerikaanse foto’s van bezoekjes van bekende gezichten aan de missie. In de museumwinkel werd ‘California Mission Music’ verkocht. Op cassettes. Echt waar.




We verkenden de stad aan de hand van de ‘red tile walking tour’, een wandeling langs historische gebouwen met overwegend rode daken. Het meest indrukwekkende op de tocht was ongetwijfeld het gerechtsgebouw (Santa Barbara County Courthouse). Niet alleen heb je vanop de toren een mooi uitzicht over de gehele stad, bovendien is elke vierkante centimeter van de muren binnenin bedekt met prachtige muurschilderingen en kleurrijke tegels. Absurd voor ons, maar typisch Amerikaans, was het volgende bordje aan de ingang van de ‘mural room’:

 
een slechte foto van een prachtige ruimte

In Santa Barbara kan het dus al eens gebeuren dat er een groepje toeristen je huwelijk komt bijwonen…
De rest van onze wandeling werd jammer genoeg overschaduwd door donkere wolken. Letterlijk. De regen viel met bakken uit de lucht. Lokale bewoners vertelden ons dat dit de eerste regendag van het jaar was. Niet verwonderlijk. Wij worden altijd nogal gezegend door de weergoden. Letterlijk dan. Gelukkig waren er een paar leuke vintage shops die me mijn natte voeten konden doen vergeten.



We sloten de dag af met een wandeling langs de haven. De wolken trokken langzaam weg en lieten ons dan toch nog een streepje blauwe lucht zien. Beter laat dan nooit. De pelikanen scheerden langs de hemel en doken steil het water in op zoek naar voedsel. Mooi. Even later begon het opnieuw te regenen.






Dag 3: Santa Barbara – Solvang – Morro Bay – Harmony – Cambria
(Davy)

Nadat we onszelf en de auto van voedsel hadden voorzien, ging het via de San Marco-pas en langs Lake Cachuma naar Solvang. Dit is een Deens dorpje, opgericht door Deense leerkrachten die hier een Deense school wilden stichten. Vandaag de dag is het een beetje een sprookjesdorp met mooi geschilderde huisjes, windmolens, een standbeeld van Hans Christian Andersen en een kopie van de zeemeermin in Kopenhagen, maar toch overheerst het commerciële aspect. Zo verkopen talloze souvenirwinkels er klompjes en mini-windmolens in Delfts blauw, geïmporteerd uit Nederland, want de Nederlandse driekleur hangt er overal nog aan. Om de producten iets meer Deense authenticiteit te geven, zijn ze voorzien van een stickertje waarop de naam ‘Solvang’ staat. Er was trouwens ook een Belgisch cafeetje, maar buiten een aantal Belgische bieren en de obligatoire wafels herkenden we er weinig Belgische gerechten.







In Solvang hadden ze zelfs een 'bank drive-in'.
Bankverrichtingen aan het loket vanuit je auto dus...

Na het middageten reden we via Pismo Beach verder naar Morro Bay met de Morro Rock. Dit is een gigantische rots die voor het stadje ligt. Na de obligatoire foto’s en een korte wandeling zetten we onze trip naar Cambria verder. Alvorens we daar arriveerden, stopten we ook nog eventjes in Harmony, een dorpje met welgeteld 17 inwoners.

Morro Rock
 
Harmony

Van daaruit was het niet ver meer rijden tot Cambria. Eveneens een heel klein dorpje, maar met een prachtige kustlijn. Werkelijk fenomenaal. En ons geluk kon niet op, want ons hotel lag aan het strand. Na het inchecken wandelden we nog wat langs het water en over de aangelegde wandelpaden op de rotsen. We maakten al snel enkele vriendjes, want plots kwamen er langs alle kanten eekhoorntjes aangelopen. Ze hielden ons een tijdje gezelschap, wat leuke foto’s opleverde.






Ons avondmaal genoten we in de Moonstone Beach Bar and Restaurant. We kregen een tafeltje met een prachtig uitzicht over de oceaan en de kustlijn. We kraakten een fles champagne (lees: schuimwijn, maar Amerikanen noemen alles met bubbels champagne) en smulden van de zeer verzorgde gerechten. Als je ooit in de buurt bent, kunnen we Cambria en het restaurant echt wel aanbevelen.








Dag 4: Cambria – Hearst Castle – Big Sur
(Davy)

Na het ontbijt bezochten we het centrum van Cambria, waar eigenlijk zo goed als niets te zien is. We zetten dan ook vroeger dan verwacht onze trip verder. Vandaag stond een bezoek aan ‘Hearst Castle’ op het programma. Dit kasteel was het eigendom en extravagante bouwproject van William Randolph Hearst, multimiljonair en krantenmagnaat. Eén van zijn bekendste bladen (tot op vandaag nog in handen van de familie Hearst) is Cosmopolitan, wat ook bij ons af en toe op de salontafel ligt. Volgens sommige bronnen is de film Citizen Kane op het leven van William Hearst gebaseerd.
Alvorens naar het kasteel te rijden, zijn we nog even gaan wandelen op de pier vlakbij. Het weer viel een beetje tegen, maar het uitzicht was er prachtig.




Het kasteel, gelegen op een heuveltop met panoramisch uitzicht over de oceaan, bestaat eigenlijk uit 4 gebouwen: het hoofdgebouw en drie bijgebouwen. Het hoofdgebouw of Casa Grande is geïnspireerd op een 16de-eeuwse Spaanse kathedraal en heeft 56 slaapkamers, 61 badkamers, 19 zitkamers, een gotische bibliotheek, een bioscoop, … Buiten zijn er het Neptunus-zwembad, het Romeinse zwembad, tennisbanen, een vliegveld, een tuin met daarin een dierentuin,…
Wij deden de ‘Upstairs Suites Museum Tour’. Even leek het erop dat we de enigen waren die deze tour gekozen hadden, maar dan ontdekten we dat de rest van onze groep bestond uit kinderen die op ‘silence camp’ waren (en hun 2 begeleiders). Jawel, een stiltekamp voor kinderen. Gelukkig waren het brave en geïnteresseerde jongens en meisjes.
We zagen de Doge suite, geïnspireerd op het Venetiaans paleis van de doge, en de indrukwekkende bibliotheek met meer dan 4000 boeken. Verder wandelden we door de Gotische suite met hoge ramen en beschilderde bogen, één van de privévertrekken van Hearst en gebaseerd op een Gotische kerk. Deze ruimte fungeerde als werkkamer met bijbehorend bibliotheekje met een 3000-tal boeken. We kregen ook nog heel wat andere (slaap)kamers te zien en na de rondleiding mochten we vrij rondlopen op het domein.







Na de rondleiding in Hearst Castle was het dringend tijd om onze weg verder te zetten, want we hadden nog 100 km door Big Sur voor de boeg. Big Sur is het gebied langs de Californische kust tussen San Simeon en Monterey. Highway 1 is de enige manier om het te doorkruisen. Als ik deze route lyrisch moet omschrijven, zou ik het een rollercoaster met adembenemende uitzichten en angstaanjagende afgronden noemen. Voor amateur-chauffeurs, zoals wij, waren de klimmende en dalende kronkelwegen in combinatie met de regen wel een beproeving, maar we hebben heelhuids en zonder kleerscheuren ons houten hutje in het bos gevonden. Even na aankomst gingen de hemelsluizen volledig open.

toch een beetje angstaanjagend als je niet ziet waar je naartoe rijdt...





de laatste loodjes/bochtjes


De euforie van veilig te zijn aangekomen, was jammer genoeg niet voldoende om onze maag te vullen. Er was een winkeltje op het terrein, maar ons hutje was niet voorzien van een microgolf. Er was een restaurantje, maar dat was enkel ’s morgens en ’s middags open. En aangezien het donker aan het worden was, het behoorlijk hard regende en er geen straatverlichting was, had geen van ons beiden nog zin om te rijden. Dus ondernamen we een tocht te voet door de regen naar het restaurant (lees: een cafeetje waar eten geserveerd werd) op anderhalve mijl van onze slaapplaats. Gelukkig hadden we een pillamp meegebracht. Na een sobere maaltijd wandelden we door een pikdonker bos in de gietende regen terug naar ons tuinhuis. Het regende nog de ganse nacht.


Dag 5: Big Sur
(Ilse)

Ons verblijf in Big Sur zal altijd in mijn geheugen gegrift blijven als het verhaal van de bibberende benen en vallende stenen. Davy had ons op dinsdag dan wel veilig tot aan ons hutje geloodst, op woensdag wouden we het Pfeiffer Big Sur State Park bezoeken en moesten we de kronkelwegen en steile kliffen dus opnieuw trotseren. Maar eerst ontbijten. Gelukkig konden we hiervoor gewoon op ons eigen ‘kampterrein’ terecht. Op de deur van de diner hing het volgende blad:


Wat bleek? In de loop van de nacht was er 26 mijl ten zuiden van onze slaapplaats een rotsblok ter grootte van een pick-up op Highway 1 gedonderd. Het heeft uiteindelijk 9 dagen geduurd vooraleer de weg weer toegankelijk was. We hebben dus heel veel geluk gehad dat we al op die plaats gepasseerd waren, of we hadden rechtsomkeert kunnen maken (geen idee hoe je dat doet op zo’n wegen)…


Toch een beetje onder de indruk van het ‘rots’-nieuws, besloten we de dag te starten met een wandelingetje langs de Big Sur River. Daarvoor moesten we gewoon de straat oversteken en het bos in gaan. We zagen voor het eerst enkele redwoods van dichtbij en dat bleek behoorlijk indrukwekkend. Redwoods zijn de gigantische bomen waarvoor de streek bekend is. Voor de ijstijd kwamen ze over de hele wereld voor, maar tegenwoordig vind je ze (vrijwel) enkel nog in Californië. Tijdens onze wandeling stopte het eindelijk met regenen.


Vervolgens trokken we richting Pfeiffer Big Sur State Park. We deden er drie wandelingen: Nature Trail, Pfeiffer Falls Trail en Valley View Trail. Het eerste stelde niets voor, het tweede ging richting een waterval, en het derde was behoorlijk klimmen met als beloning een prachtig uitzicht over de vallei. De foto’s doen de omgeving eigenlijk geen recht aan. Zo’n indrukwekkende omgeving en woeste natuurpracht kan je onmogelijk vatten op een scherm of op papier. Tijdens het wandelen zong ik af en toe een liedje. Of het scheelde toch niet veel. Ik was immers niet helemaal gerust meer na het zien van het volgende bordje:

"Make plenty of noise while you hike so as to reduce the chances of surprising a lion."











In de late namiddag trokken we richting Nepenthe. Dit is een restaurant dat bekend staat om het magnifieke uitzicht dat je er hebt. Toen we er aankwamen, zagen we dit:


We hadden inderdaad gelezen dat mistbanken erg plots konden komen opzetten in Big Sur. Bij deze hadden we dat ook aan den lijve ondervonden. Als plaatsvervangende activiteit gingen we een kijkje nemen in het aangrenzende winkeltje. Daar verkochten ze de gekste dingen :-)


 

Ondertussen begon de mist stilaan op te trekken en kregen we het beloofde uitzicht dus toch nog te zien. Na enkele foto’s namen we plaats aan een tafeltje aan het raam. Het eten was lekker, maar niet om van achterover te vallen. Het prijskaartje daarentegen wel.


Je ziet hier geen water, maar wolken boven het water.





Dag 6: Big Sur – Monterey
(Ilse)

Ondertussen zaten we al halfweg onze trip. In tijd. In kilometers moest de grootste brok nog komen. Op donderdag reden we van Big Sur naar Monterey. Dat was niet zo ver, dus hadden we onderweg ruim de tijd om te genieten van de prachtige omgeving.


Point Sur Lighthouse, gehuld in de mist.










Alvorens aan te komen in Monterey, maakten we nog een tussenstop in Carmel (het Knokke van de Californische kust, waar Clint Eastwood ooit burgemeester was) en deden we de ‘17-mile drive’.
Wordt vervolgd!

4 opmerkingen: