23 juni 2012

See you!

Op het moment dat ik dit schrijf, zit ik in een hotelkamer vlakbij de luchthaven van Los Angeles. Maandag hebben we de deur van ons appartement definitief achter ons dichtgetrokken, waarna we met een huurauto richting Yosemite gereden zijn. Dat is een prachtig nationaal park in het noorden van Californië. Omdat we eerst nog naar de bank moesten, onze huurauto moesten gaan oppikken, alles moesten inladen en onze sleutels moesten gaan afgeven, konden we pas na de middag vertrekken en maakten we een tussenstop in Bakersfield. Dinsdag reden we verder en spendeerden vervolgens 2,5 mooie dagen in het park.
Vandaag (= vrijdag) legden we de 500-kilometer lange terugrit in één ruk af, dropten onze huurauto bij Hertz en wachten nu vol ongeduld op onze vlucht naar New York morgenochtend. Een geschikt moment om even iets te vertellen over ons afscheid van Irvine.

Eigenlijk was het afscheid een langdurig proces. Het begon al twee weken voor ons vertrek, met het afscheidsfeestje van Eryn. Haar ‘gastouders’ (de mensen bij wie ze een kamer huurde) gaven een potluck-etentje. We kochten wijn en frisdrank en maakten het ons verder makkelijk door perziken in blik te kopen en tonijnsla te maken. Een eenvoudige en lekkere combinatie. Dachten wij. Eens aangekomen op het feestje bleek het vooral een onbekende en daardoor bizarre combinatie voor de Amerikaanse, Nieuw-Zeelandse, Australische, Britse en Noorse aanwezigen. Blijkbaar is perzik-tonijn dus een typisch Belgisch gerecht. Gelukkig hielden veel van de aanwezigen wel van een culinair risico en werd onze bijdrage uiteindelijk op heel wat lof onthaald. Oef.


Beth, Eryn, ik, Joëlle
 
bijpraten met Karl, Helene en Steven

Het afscheid van Eryn was eigenlijk nog geen echt afscheid, want ze had nog een week in Irvine. De volgende dag namen we wel écht afscheid van Helene, onze Noorse buurvrouw en ondertussen een goede vriendin. Normaal zou ze nog tot eind juli van de Californische zon blijven genieten, maar het lot besliste daar anders over. Ze kreeg een jobaanbieding die ze niet kon weigeren en vertrok dus bijna twee maanden vroeger dan gepland terug naar Noorwegen. Echtgenoot Karl bleef achter en kan zich nu ongestoord op zijn doctoraatswerkzaamheden storten. Ocharme.



Zoe nam foto’s tijdens mijn allerlaatste lab meetings in het Loftus-lab en het Levine-lab.

een serieuze foto met het Loftus-lab

een 'emotie'-foto met het Levine-lab :-)

De zondag voor het weekend waarin we onze koffers zouden moeten pakken, was de dag aangebroken van ons eigen afscheidsfeestje. Zoe was onze gastvrouw op een ‘potluck barbecue’. Een barbecue waarop iedereen iets te eten meebrengt is eigenlijk niet zo anders dan hoe we het soms in België doen. Tot onze verrassing bleken mensen echter niet automatisch te kiezen voor iets ‘voor op den BBQ’, maar bracht het merendeel salades en desserten mee. Ondanks onze vrees dat er misschien niet genoeg zou zijn, bleek er uiteindelijk véél teveel eten voor de 20 aanwezigen. Het werd een erg leuke namiddag en avond.














De dag na ons feestje was de dag van Eryn’s vertrek naar Nieuw-Zeeland. Een lunch met enkele mensen van het Loftus lab eindigde onverwachts emotioneel. Beth concludeerde dat het te vroeg was om afscheid te nemen en nodigde ons later die dag uit bij haar thuis voor een glas wijn. Zo zouden we elkaar kunnen steunen. Omdat haar shuttle naar de luchthaven vervroegd werd, kon Eryn zelf er uiteindelijk maar een 10-tal minuten bij zijn en ging het afscheid sneller dan verwacht. Samen met Zoe en Steven bleef ik nog wat plakken, waarna Beth ons op pizza trakteerde. Vervolgens bracht Zoe me naar huis, wat een volgend afscheid impliceerde. Zij reed diezelfde avond nog naar San Diego, om daar het vliegtuig naar NY te nemen voor het huwelijk van een vriend. Ze gaf me een prachtig boeket bloemen en ik had het er toch wat moeilijk mee. Ik ga haar missen!

Op mijn allerlaatste werkdag lunchten Davy en ik nog met Beth, Linda, Robin, Joëlle en Sandrine. Op die manier konden we ook dag zeggen tegen Linda, die niet naar onze barbecue kon komen. Tevoren had ik ook een allerlaatste werkafspraak met Beth, Linda en Robin, die we vereeuwigden aan de hand van de nodige foto’s.



Tijdens ons laatste weekend was het inpakken geblazen. Dankzij de extra koffer die we ons hadden aangeschaft, vonden al onze spullen gelukkig vlot een plaatsje. Het hielp natuurlijk ook wel dat we een tweetal maanden geleden al wat gerief mee naar huis konden geven met onze Belgische bezoekers.
Op zaterdag hadden we nog een allerlaatste uitje gepland. Rachelle had een rol te pakken gekregen in een ‘musical theatre show’ in Tustin, een deelgemeente van Irvine, en daar wouden we wel getuige van zijn. Het was geen typische musical, maar een revue show die zich afspeelde in de jaren ’40. Een leuke mix van theater, dans en zang onder begeleiding van een 13-koppige big band. Rachelle deed het geweldig en kreeg oorverdovend applaus voor haar solo ‘God bless America’. Na afloop van de revue show bleek er ook nog een comedy show van start te gaan. Karl was onze chauffeur (we hadden die dag namelijk onze auto verkocht) en wou graag nog even blijven. We twijfelden, maar stemden toe. Gelukkig maar. Het werd anderhalf uur luidop lachen. We zagen drie stand-up comedians. De eerste twee moesten nog wat moeite doen om het publiek op hun hand te krijgen, maar de derde (Al Del Bene) was duidelijk een ervaren grappenmaker. Dankzij Rachelle (die ons vervoegd had) zaten we op de eerste rij en dankzij mijn outfit (die er blijkbaar erg ‘Europees’ uitzag) trok ik de aandacht van meneer de grapjas. Een half uur lang richtte hij zijn pijlen op ons. Vooral Davy’s job werd daarbij door de mangel gehaald. Maar hij bleef gelukkig erg respectvol, waardoor het niet alleen voor de rest van het publiek, maar ook voor onszelf aangenaam en grappig was.



Zondag aten we voor de allerlaatste keer in de ‘Steelhead Brewery’ en kozen we voor de allereerste keer voor frozen yoghurt als dessert. Dit is een variant op roomijs die hier erg populair is, maar die we uit scepticisme tot hiertoe nog nooit een kans gegeven hadden. Voor we vertrokken wouden we dit nog goedmaken. Zo gezegd, zo gedaan. Het smaakte niet slecht, maar voor mij gaat er toch niets boven de echte, calorierijkere versie.





Ondertussen zijn we vijf dagen verder en beseffen we nog altijd niet goed dat we Irvine definitief verlaten hebben. Op aanraden van Eryn besloten we trouwens om niets of niemand vaarwel te zeggen, maar afscheid te nemen met het plan om elkaar terug te zien.
See you, vrienden in Irvine. Ooit zien w’elkander weer.


PS: Ondertussen is het al behoorlijk laat en ons vliegtuig stijgt bijgevolg al binnen enkele uren op. Ik post dit dus pas morgenavond, wanneer we veilig en wel gearriveerd zijn in NYC.

19 juni 2012

Fun stuff

Ons Amerikaanse avontuur loopt bijna ten einde. Sinds onze terugkomst uit Chicago is de tijd voorbijgevlogen aan een onvoorstelbare snelheid. Op het werk moest nog heel wat afgewerkt worden, de koorrepetities werden in een hogere versnelling gezet wegens een snel dichterbij komend concert, we hadden nog een paar leuke dingen gepland, er moesten allerlei administratieve zaken geregeld worden (met als grootste werk de verkoop van onze auto) en we moesten stilaan beginnen afscheid nemen van iedereen. Om te vermijden dat dit een ellenlange post wordt over vanalles-en-nog-wat, zal ik eerst over de leuke dingen vertellen. Het pijnlijke relaas van ons afscheid volgt later.

Ik ging een laatste keer salsadansen met Eryn, Zoe & co.




We bezochten Laguna Beach, een strand in de buurt dat nog op ons to-do lijstje stond.










Het ‘Loftus lab’ bouwde een feestje ter ere van de verjaardag van Maryanne Garry: de promotor van Eryn, een vriendin van Beth, de voorzitster van de ‘Society for Applied Research in Memory and Cognition’ en (vooral) een sympathieke madam. Op dat feestje ontmoette ik een échte FBI-agent. Hij is een vriend van Zoe en ik had er al heel wat verhalen over gehoord, maar nu kreeg ik ook de kans om zelf een praatje met hem te slaan. Het bleek een heel toffe kerel die erg geïnteresseerd was in België (aangezien een vriend van hem een tijdje in dienst was geweest bij de zeemacht in ons land). Hoewel iets kleiner van gestalte, kon hij qua looks best wedijveren met Seeley Booth uit Bones :-)

Enkele dagen later gingen we naar een tattoo-festival. Niet voor (nog) een tattoo, maar louter voor de sfeer.
Het Ink-N-Iron festival was een tip van Helene en bleek fascinerend. Ze noemen zichzelf een ‘tattoo & kustom culture festival’. Behalve het laten zetten van een tattoo, kan je er auto’s en kunst bewonderen, kleren en accessoires kopen en optredens bijwonen. Niet enkel de typische muzikale festivaloptredens, maar ook burlesque- en paaldansshows.
Het festival ging door in Long Beach, op/aan de Queen Mary, de boot die van 1936 tot 1967 tussen Europa en New York voer en die tijdens WO II gebruikt werd voor het transport van de geallieerden. Volgens Wikipedia heeft de Queen Mary “ooit in één overtocht 16.082 manschappen vervoerd, dit is tot op heden het grootste aantal mensen dat met een schip in één keer vervoerd is”. Het was dus mooi meegenomen dat we dankzij het festival ook de boot van dichtbij te zien kregen.
We hadden verwacht er heel wat speciale figuren te zien en die verwachting werd ingelost, maar tegelijk werden we ook verrast door de beleefdheid en het geduld van het merendeel van hen. Om van aan de parking tot aan de boot te geraken, werden er gratis bussen ingelegd. Op het moment dat wij aankwamen, wouden tientallen mensen zich verplaatsen, maar jammer genoeg bleek het bussensysteem niet bepaald efficiënt. Telkens wanneer er een bus aankwam, bleek die al bijna volledig vol te zitten met mensen die elders waren opgestapt. Bij ons zou het een gedrum zijn van jewelste om toch maar op een bus te geraken. De gevaarlijk uitziende mannen en wulpse vrouwen in Long Beach vormden echter braaf en geduldig een rij. Wanneer er toch enkele pubers voorstaken, werd daar hoofdschuddend naar gekeken, zonder een greintje agressie.
Anderzijds was de beveiliging van het festival wel iets steviger dan we in België gewend zijn. Er waren aparte rijen aan de inkom voor mannen en vrouwen. Iedereen werd gefouilleerd en elke tas werd zorgvuldig geïnspecteerd (tot het openen van brillendozen toe). Alles wat mogelijks kon gebruikt worden als een wapen moest achtergelaten worden. Het meisje voor mij moest dus afscheid nemen van de roze kettingen die ter versiering aan haar broek hingen. De jongen voor Davy mocht zijn ceintuur met pinnen erop uiteindelijk toch aanhouden, omdat anders zijn broek tot op zijn knieën zakte.
Eens op het terrein, bewonderden we tientallen en tientallen prachtige auto’s, luisterden we naar de Aggrolites en gingen we een kijkje nemen op de boot. We zagen twee burlesque-meisjes het beste van zichzelf geven en vertoefden wat in het zonnetje. Rond 17u30 begaven we ons naar de Sin Alley om daar de ‘international pole performer showcase’ te aanschouwen. Het was behoorlijk indrukwekkend. Daarna bestudeerden we enkele kunstwerken, aten we een ongezonde maar lekkere festivalhap, namen we een kijkje in de tattoo hall (waar Davy wellicht de enige aanwezige zonder tattoo was) en keerden we terug naar het hoofdpodium om Vandals en She wants revenge aan te moedigen. Laatstgenoemde was maar een zwak afkooksel van de andere groepen. De voorlaatste groep van de avond, Misfits, bleek eerder lachwekkend dan goed te zijn. Zelfs binnen het ‘schreeuw-genre’ konden ze me niet overtuigen. Het publiek bleef enthousiast, maar wij konden het écht niet langer aanhoren en vertrokken dus maar naar huis :-)