15 juni 2012

The windy city

Davy:

De Association for Psychological Science (APS) organiseerde deze keer hun jaarlijkse congres in Chicago. Aangezien we toch ‘in de buurt’ waren, kon Ilse dit evengoed meepikken. Voor mij was het een uitgelezen kans om de toerist uit te hangen in The Windy City, de derde grootste stad in de VS na New York en Los Angeles.

Op woensdagochtend pikte de Supershuttle ons op en reden we zonder ook maar één file naar de luchthaven. Jawel, het was zo vroeg dat zelfs het verkeer in Los Angeles nog niet stapvoets verliep. Na een vlekkeloze vlucht namen we een taxi naar het Sheraton, waar het congres zijn tenten had opgezet. Dankzij het tijdsverschil van 2 uur tussen Chicago en L.A. en een vlucht van iets langer dan 4 uur arriveerden we in volle spits. Bumper aan bumper ging het naar het centrum van de stad. We checkten in, dropten onze spullen op onze hotelkamer en meldden ons aan bij de inschrijvingsbalie van het congres, waar we (jawel, je leest goed, ‘we’: Dr. D. is in da house) onze goodies kregen.



Na alle plichtplegingen trokken we de stad in, richting Magnificent Mile. Deze wijk, vlak naast het stadscentrum, herbergt veel winkels, maar ook een aantal prachtige gebouwen en wolkenkrabbers, zoals de Tribune Tower, Wrigley Building, Trump Tower, Old Chicago Water Tower en het John Hancock Center. Verbazingwekkend was hoe goed Ilse haar weg hier nog kende en precies wist welk gebouw waar stond, hoewel het 4 jaar geleden was sinds ze de vorige keer in Chicago was. De stad had duidelijk een diepe indruk nagelaten.








Op donderdagvoormiddag, voorafgaand aan het congres, nam Ilse deel aan de workshop ‘Studying emotions in the laboratory’. Terwijl zij haar kennis verruimde, trok ik via de Magnificent Mile naar het John Hancock Center. Deze wolkenkrabber met 100 verdiepingen en een hoogte van 344 meter biedt onderdak aan het John Hancock Observatory. Op de 95ste  verdieping kreeg ik een 360-graden uitzicht over de stad en Lake Michigan voorgeschoteld. Niet voor de hand liggend als je hoogtevrees hebt, maar dankzij de prachtige skyline kon ik mijn angst verdringen (althans zolang ik niet te dicht tegen de rand aanliep of niet recht naar beneden keek).





Na een pijlsnelle liftrit (in de snelste lift in de wereld) stond ik weer met beide voeten op de begane grond en maakte ik nog een kleine wandeling in de buurt van de Magnificent Mile, waarna mijn telefoon aangaf dat de workshop was afgelopen. Samen gingen we naar Millenium Park om eten te zoeken. We aten veel te dure en niet bepaald lekkere boterhammen in het drukbezochte park. Daarna toonde Ilse me Cloud Gate, beter gekend als ‘the bean’. Dit boonvormige kunstwerk uit roestvrij staal reflecteert en vervormt de skyline van de stad. Een zeer populaire attractie. Van daaruit wandelden we naar de Crown Fountain. Dit kunstwerk bestaat uit twee torens, waarop gezichten van inwoners van Chicago geprojecteerd worden. Bovendien spuwen de torens water naar elkaar. Een aangename verfrissing bij warm weer.










Vervolgens trokken we naar het Jay Pritzker pavilion, een openluchtconcertgebouw, ontworpen door Frank Gehry. Voor wie onze blog gevolgd heeft, zal onderstaande foto misschien een belletje doen rinkelen. Deze architect heeft namelijk ook de Walt Disney Concert Hall in L.A. ontworpen (zie post City of Angels). Tot slot wandelden we over de BP voetgangersbrug (ook ontworpen door Gehry) naar het Daley Bicentennial Plaza.
Op de terugweg naar het hotel maakten we voor het eerst kennis met het negatieve trekje van The Windy City: vrouwen met zwierende rokjes moesten hun kleding niet alleen goed in de gaten houden, maar vooral goed vasthouden. Of ze liepen het risico om letterlijk in hun onderbroek gezet te worden.




’s Avonds werd het congres officieel geopend met een één-uur-durende award-uitreiking, waar jonge, beloftevolle talenten en oude, gevestigde wetenschappelijke waarden in de bloemetjes werden gezet. Na alle prijzen, lofredes en dankbetuigingen volgden de keynote (openingslezing) en een receptie. Die laatste was echter typisch voor grote Amerikaanse congressen: je moest zelf betalen voor je drank en veel hapjes waren er niet. We susten onze grommende magen in een bistrootje in de buurt van het hotel. Daarna trokken we naar de Ierse pub, die voor de gelegenheid was afgehuurd als ontmoetingsplaats voor jonge onderzoekers. Na kennismakingen, gebabbel en gezever met mensen uit alle windstreken gaf de klok aan dat het bedtijd was.

Eryn & Ilse

Op vrijdag trok ik mijn wandelschoenen aan om de architectuur in The Loop, het stadscentrum, te aanschouwen. Ik startte mijn tocht aan het Chicago Cultural Center. Dit prachtige gebouw biedt niet enkel onderdak aan de dienst voor toerisme, maar heeft een zestal zalen waarin tentoonstellingen georganiseerd worden. Bovendien heeft deze voormalige bibliotheek twee prachtige koepels. Van hieruit trok ik verder over Michigan Avenue langs het Art Institute. In de straat ertegenover viel mijn oog op een verkeersbord dat het vertrekpunt van Route 66 aangaf. De cirkel was rond, want we hadden ook het eindpunt van deze route gezien op de pier van Santa Monica, en tijdens onze uitstap naar de Grand Canyon waren we gestopt in een Route 66-dorpje. Na de obligatoire foto zette ik mijn tocht verder naar het Santa Fe Center, waar de Chicago Architecture Foundation gevestigd is en waar op het gelijkvloers een indrukwekkende maquette van Chicago staat.



Het volgende gebouw op mijn route was de Harold Washington bibliotheek, de grootste openbare bibliotheek ter wereld. Van daaruit liep ik verder langs The Leither Building II, door het financiële district met de Chicago Board of Trade, tot aan de Willis Tower (voormalige Sears Tower). In een Starbucks stopte ik voor een koffie en een panini. Vervolgens kuierde ik verder naar een rustiek pleintje met een fontein en het mozaïekkunstwerk De 4 Seizoenen van Chagall. Vlakbij lag de Daley Plaza met een sculptuur van Picasso en The Chapel in the Sky, een kapel bovenop een flatgebouw. Vervolgens liep ik door het theaterdistrict naar Grant park, de plek waar jaarlijks het muziekfestival Lollapalooza plaatsvindt. Ik wou niet enkel mijn benen even ontspannen, maar van al dat wandelen had ik ook honger gekregen. Ik kocht mezelf wat donuts en een beker frisdrank. In het park verorberde ik mijn Amerikaanse patisserie in het groene gras onder een felblauwe hemel met uitzicht op de skyline van Chicago. Wat een stad!













Terwijl Ilse zich wetenschappelijk bezighield, stond er voor mij op zaterdag een bezoek aan het Art Institute op het programma. Kunst met een grote K. Ongelooflijk is dat je er van het overgrote deel van de topstukken foto’s mag nemen (zonder flits). Een ganse dag vertoeven tussen meesterwerken van ’s werelds bekendste kunstenaars, gewapend met een grondplan, een audiogids en mijn fototoestel. Geweldig. Ik arriveerde kort na openingstijd en bleef er tot het sluitingsuur. Een korte bloemlezing van de bekende meesters die ik die dag ontmoet heb: Rubens, Jordaens, Manet, Degas, Monet, Renoir, van Gogh, Cézanne, Gauguin, Picasso, Matisse, Kandinsky, Mondriaan, Chagall, Le Corbusier, Magritte, Delvaux, Miro, Dahli, Pollock, Rothko, …

 

 

















Daarnaast liep er net een retrospectieve over het werk van Roy Lichtenstein. The man who made art Pop. Het bleek een boeiende en uitgebreide tentoonstelling over zijn verschillende periodes, met zijn belangrijkste werken.
Conclusie: Het Art Institute is een topmuseum en een ware streling voor het oog. Als je ooit in Chicago komt, is dit zeker een aanrader. Zorg ervoor dat je voldoende tijd hebt.





Ilse:

Hoewel ik best jaloers was op Davy’s uitstapje naar het Art Institute, was zaterdag voor mij ook een boeiende dag. APS is een algemeen congres, wat betekent dat er presentaties op het programma staan over allerlei psychologische onderwerpen, vanuit variabele invalshoeken. Hoewel het aanbod aan geheugengerelateerde topics eerder klein was, had het congres toch zijn nut wegens de nieuwe contacten die ik er kon leggen. Wat ik ook leuk vond, was dat er een paar Leuvense collega’s aanwezig waren, die me onbewust hielpen om onze nakende terugkeer naar huis mentaal voor te bereiden.
Op zaterdagnamiddag werd er een 4-uur durend symposium over muziekpsychologie georganiseerd. Ik besloot het een kans te geven en de eerste spreker (Aniruddh D. Patel) kon me al snel overtuigen om me wat beter te nestelen op mijn stoel en aandachtiger te luisteren. De volgende 4 uur vlogen voorbij alsof het om 10 minuten ging. Zelfs het feit dat ik zat te bibberen wegens de irritant koude airconditioning kon me niet deren. Ik leerde nieuwe dingen over de perceptie van beats, het nut hiervan voor Parkinsonpatiënten, waarom mensen een voorkeur hebben voor muziek uit bepaalde decennia, dat een absoluut gehoor vaker voorkomt bij Aziaten dan in andere bevolkingsgroepen, dat talent alleen niet volstaat en zelfs Mozart 10.000 uren oefening nodig had om uitzonderlijk te worden, en ga zo maar door. De klap op de vuurpijl was de presentatie van Victor Wooten, vijfvoudige Grammy Award-winnaar en bassist bij Béla Fleck & the Flecktones. Hoewel de voorgaande spreker (Daniel J. Levitin) ook een erg bezielende presentatie gaf, was de ‘speech’ van Victor toch nog een gradatie inspirerender. Hij stelde de vraag waarom het aanleren van muziek niet meer kan zijn zoals het aanleren van een (moeder)taal en benadrukte het passionele en gevoelsaspect van muziek. Ik hing aan zijn lippen en heb zelden iemand zo’n wijze woorden horen zeggen zonder zijn eigen mening op te dringen aan het publiek.

’s Avonds volgde er een optreden van Victor Wooten, Dale Boyle (folk-, country- en blues- singer-songwriter), Kevin Feyen (uitgever bij Worth Publishers, maar ook ex-gitarist van de Black Eyed Peas) en drie psychologen (Robert W. Levenson, Bianca Levy & Daniel J. Levitin). Ze speelden populaire rock- en popcovers en deden dat best oké. Niet dat de zaal in vuur en vlam stond, maar een deel van het publiek ging toch wel behoorlijk uit zijn dak. Na het optreden gingen we met enkele oude en nieuwe bekenden nog iets drinken in de Rebar in de decadente Trump Tower.


met Becky


met Steven


Zondag was de laatste dag van het congres. Ik sloot APS af met twee interessante symposia en genoot daarna met Davy van een typisch Amerikaans middagmaal. In de namiddag deden we een architectural river cruise: een boottochtje van anderhalf uur over de Chicago River, met deskundige uitleg over de gebouwen rondom, architectuur en de geschiedenis van de stad. Erna wandelden we naar Navy Pier, waar je over de koppen kon lopen dankzij het prachtige weer.



















Maandag was het Memorial Day, de dag waarop de gesneuvelde soldaten herdacht worden en een verlofdag. Daardoor hadden we nog een hele dag om in Chicago rond te hangen. Aangezien Davy alles gedaan had wat hij wou doen, mocht ik kiezen hoe we onze laatste dag (= mijn enige volledig vrije dag) spendeerden. Hoewel ik 4 jaar geleden al een bezoekje bracht aan de Sears Tower, die ondertussen herdoopt werd als Willis Tower, koos ik er toch voor om opnieuw die richting uit te gaan. De 442 meter hoge wolkenkrabber telt 108 verdiepingen en is daarmee de hoogste toren in de VS. Op de 103de verdieping heb je een prachtig uitzicht over de stad. Sinds januari 2009 (nadat ik er de vorige keer was) is er bovendien een spectaculaire attractie te vinden: drie glazen balkons met een glazen vloer, waardoor je 412 meter onder je eigen voeten de straat kan zien. Fantastisch.



Het kostte best wat moeite om Davy hier mee op te krijgen...



Na het bezoek aan de toren maakten we nog een korte wandeling door de Loop langs de mozaïek van Chagall, het kunstwerk van Picasso en het Chicago-theater. Vervolgens wandelden we naar Oak Street Beach, één van de stranden in het midden van de stad. Chicago heeft werkelijk àlles. Langs Lake Michigan liepen we terug richting hotel, waar we onze koffers oppikten en een taxi naar de luchthaven namen. Back to the West Coast.







back in LA

1 opmerking:

  1. Spijtig dat het avontuur bijna gedaan is, we zullen jullie lektuur dan missen, tenzij...?

    BeantwoordenVerwijderen