8 juli 2012

Knuffelen, door het rood rijden en “still working on it”. Gewoontes in de golden state.

Ondertussen zijn we een week thuis en begint het Belgische leven terug een beetje te wennen. We hadden het niet verwacht, maar sommige Amerikaanse gewoontes zaten er al behoorlijk stevig ingebakken. Bij onze aankomst in de luchthaven was ik stomverbaasd dat de man die mijn paspoort controleerde nogal nors “goeiendag” zei, in plaats van het overenthousiaste “Hi! How are you?!”. Vervolgens gaf ik iedereen een knuffel in plaats van drie kussen. En thuis begin ik nog steeds een beetje te lachen telkens wanneer ik iets te drinken neem. Onze glazen zijn zo belachelijk klein. In Amerika is alles groot, groter, grootst.
De belangrijkste verschillen tussen het leven in Californië en het leven in België wil ik dan ook graag met jullie delen. Als afsluiter van ons avontuur en onze blog. En voor wie geen zin heeft om veel te lezen: op het einde volgen nog een paar foto’s :-)

De taal, het weer, het rekenen in miles, pounds en degrees Fahrenheit, de andere munteenheid en de heerschappij van koning auto zijn wellicht de grootste verschillen. Maar daarnaast zijn er nog heel wat kleinigheden waar je niet altijd bij stilstaat en waar je (on)opvallend snel aan went.

Op sociaal vlak:
  • In het zuiden van Californië is (of lijkt) iedereen altijd goedgezind.
  • Wanneer je iemand begroet, zeg je niet gewoon “Hi”, maar wel “Hi, how are you?”. Liefst zo vrolijk en enthousiast mogelijk. Er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt tussen mensen die je wel en niet kent. Bovendien is er ook een standaardantwoord. In het begin zei ik telkens “Fine, thank you” en was ik verbaasd dat mijn vriendelijke glimlach beantwoord werd met een beledigde blik. Wat ik had moeten zeggen, was “I’m good, how are you?”. Liefst in één adem en zo vrolijk mogelijk. Het heeft me minstens twee maanden gekost vooraleer het er automatisch uitkwam, maar uiteindelijk lukte het.
  • Iedereen stelt zichzelf voor. Obers, kappers, … allemaal zeggen ze hun voornaam.
  • Wanneer je iemand nieuw ontmoet, geef je die persoon een hand.
  • Wanneer je iemand goed kent, wordt er geknuffeld. Niet gekust. Terwijl de doorsnee-Belg een knuffel wellicht persoonlijker vindt dan drie kussen, is het in Amerika net omgekeerd. Kussen is privé. Hoe stevig je elkaar knuffelt, hangt af van de persoon en van hoe goed je elkaar kent. Karl en Helene, onze Noorse vrienden, vertelden ons dat er ook in Noorwegen geknuffeld (en niet gekust) wordt. Volgens hen pakken Noren elkaar stevig vast, terwijl bij Amerikanen enkel de rechterschouders elkaar raken, al dan niet gepaard gaande met een klopje op de rug. Tijdens ons verblijf hebben we dit echter voelen evolueren. In het begin knuffelde niemand ons. Vervolgens kwam de ‘schouder-knuffel’. En daarna volgden er ‘echte’ knuffels. Van vrienden, collega’s, de proffen waarmee ik samenwerkte en zelfs mijn kapster. Zie ik in Leuven nog niet direct gebeuren.
  • Een favoriet tijdverdrijf van de Californische jongeren is ‘to hang out’. Gewoon samen tijd doorbrengen dus. Een ‘party’ is niet noodzakelijk een echt feestje en hoeft ook niet echt een reden te hebben. Het is gewoon een excuus om samen te zijn.
  • Op zo’n momenten, maar ook wanneer er echt feestgevierd wordt, is het ‘potluck’ principe erg populair. Iedereen brengt iets te eten en te drinken mee. Zo is er een ruime keuze en genoeg voor alle aanwezigen zonder dat de gastvrouw of gastheer iets speciaals hoeft te voorzien.
  • Californiërs zijn enorm gul met complimentjes. Het gebeurde meermaals per week dat een wildvreemde op straat of in de winkel me vertelde hoe leuk hij/zij iets van me vond. Het woord “cute” wordt daarbij nogal gemakkelijk in de mond genomen, maar “pretty”, “nice” en zelfs “hot” behoren ook tot de mogelijkheden :-) Dit strooien met complimentjes maakt deel uit van een algemene grotere mondigheid. Men zegt makkelijker waar het op staat, terwijl Europeanen wat omslachtiger zijn. Bovendien is het een beleefde mondigheid. De studenten op UCI (of althans die waarmee ik in contact kwam) waren stukken beleefder dan de doorsnee Leuvense student.

Horeca
  • Standaard krijg je een glas water bij je eten. Water van de kraan; gratis. Al beginnen er door het toenemende watertekort in Californië hier en daar uitzonderingen op deze regel te komen: water krijg je dan enkel nog op vraag, niet meer automatisch. Maar zelfs in dat geval is er absoluut geen verplichting om een ander drankje te bestellen. Je mag het gerust bij water houden als je dat wenst.
  • Als je toch iets anders bestelt en je kiest voor frisdrank, dan is je glas ongeveer 3/4 gevuld met ijs.
  • Je hebt echter niet te klagen over te weinig vocht, want naast het gratis water is ook de ‘free refill’ een basisrecht. Wanneer je glas leeg is, vullen ze dat gewoon gratis bij. Dat geldt trouwens niet alleen voor frisdrank, maar ook voor koffie. Naar mijn ervaring vormen enkel de duurdere restaurants hier een uitzondering op. Men vindt dit zo normaal, dat er op blikjes en glazen flesjes zelfs op de zijkant staat aangegeven: 'no refill'. Een beetje belachelijk, maar Amerikanen maken alles graag zo duidelijk mogelijk.
  • Ongeveer 5 minuten nadat je je eten gekregen hebt, komt je persoonlijke ober nog even vragen of alles naar wens is. Davy vond dat in het begin erg irritant, maar je went eraan. Bovendien geeft het je de gelegenheid om iets te zeggen wanneer er echt iets scheelt.
  • Saus krijg je niet op, maar naast of bij je eten. Zo kan je zelf de hoeveelheid ervan bepalen. Bij een salade kan je standaard kiezen uit minstens 5 verschillende dressings. Die salade krijg je trouwens soms gewoon gratis wanneer je een hoofdgerecht bestelt.
  • Het principe van de ‘family-size’ betekent dat je eten bestelt voor het gehele gezin. In één gigantische portie. Er wordt ook veel vaker eten gedeeld dan bij ons. Wanneer je met twee bent maar slechts één dessert bestelt, krijg je twee lepels. Wanneer je gezelschap zes personen telt, krijg je zes lepels. Zonder dat iemand dat raar vindt.
  • Van zodra je bord leeg is, komen ze dat wegnemen. Ongeacht of de anderen aan tafel nog aan het eten zijn.
  • Van zodra alle borden weg zijn, moet je ofwel nog iets bestellen, ofwel komt de rekening. Tijd om te dralen is er niet. We leerden dat sommige mensen daarom hun vork in hun bord laten liggen en herhaaldelijk zeggen “I’m still working on it”. Zo kunnen ze wat langer blijven zitten. De porties zijn toch zo groot dat je meestal nog wat over hebt. Anderzijds kan je ook gerust het mapje met de rekening op tafel laten staan, of betalen en nog even blijven zitten. ’t Is gewoon een kwestie van je niks aan te trekken van eventuele ongeduldige blikken.
  • Is je bord niet helemaal leeg, dan neem je de overschot mee naar huis. Voor later die avond of de volgende dag. Dat is doodnormaal, ook in dure restaurants. Onze Amerikaanse vrienden zouden zelfs zeggen: “Zéker in de chicste restaurants! Je hebt er veel geld voor betaald, dus het is maar normaal dat je alles meeneemt.”
  • Wanneer je wil weten wat je moet betalen, kom je er niet met gewoon de prijzen op de menukaart bij elkaar op te tellen. Er komt altijd nog ongeveer 10% taks bij. Dat geldt trouwens ook voor aankopen in een winkel.
  • Tenzij je écht ontevreden bent over de service, wordt er verwacht dat je een fooi van minstens 15% geeft. Obers worden belachelijk weinig betaald en hebben dit nodig om te kunnen overleven. Ook taxichauffeurs en kappers geef je een fooi.
  • Wanneer je boodschappen gaat doen, worden die voor je ingepakt. Ofwel door de kassière zelf, ofwel door iemand die naast de kassa staat. Het aantal zakjes dat ze daarbij gebruiken is hallucinant.
  • Wanneer je alcohol koopt, moet je je identificeren. In bars en restaurants vragen ze dit doorgaans enkel wanneer je er nogal jong uitziet (de grens is 21 jaar en daar is men enorm streng op), maar in onze supermarkt Trader Joe’s moest iedereen zijn identiteitskaart laten zien. Ook 70-jarigen.

Verkeer
  • Bij rood licht mag je toch rechts afslaan. Zowel met de auto als met de fiets. Californië was één van de eerste staten die deze regel invoerde. Ja, je leest het goed: er is geen algemeen verkeersreglement in de VS. Elke staat heeft zijn eigen regels.
  • Voorrang van rechts kennen ze in Californië niet. Op een kruispunt staan ofwel lichten, ofwel stopborden. Bij een stopbord MOET je stoppen. Vervolgens rijdt diegene die als eerste op het kruispunt kwam eerst door. Daarna mag degene die als tweede arriveerde doorrijden. Enzovoort. Wanneer het druk is, is dit erg verwarrend en naar ons aanvoelen behoorlijk gevaarlijk. Ginder vinden ze het normaal.
  • Wanneer een straat meer dan twee rijvakken heeft (en dat is vaker wel zo dan niet), mag je zowel langs rechts als langs links voorbijsteken. Je rijdt op welk vak je wil en er is geen ‘volgorde’ op basis van snelheid. Hoewel op highways en freeways (de autostrade dus) het meest rechtse vak doorgaans voorbehouden wordt voor het traagste verkeer, is het er verder een gezigzag van jewelste.
  • Soms is er een carpool lane. Dit is een vak, helemaal links, voorbehouden voor auto’s met twee personen of meer. Het is er vrijwel altijd rustig, aangezien in 99% van de auto’s slechts één persoon zit. Toch hebben wij de carpool lane eigenlijk nooit gebruikt, omdat je dan soms 7 rijvakken moet oversteken om aan een afrit te geraken. Bij druk verkeer en wanneer je de weg niet weet, is dat niet aan te raden.

TV
  • Een nieuwsuitzending bestaat voor 90% uit lokaal nieuws. Bij ons ging dat dus over LA en omstreken. Overvallen en moorden troef, terwijl we daar in het dagelijkse leven gelukkig niets van gemerkt hebben. De overige 10% van het nieuws gaat voornamelijk over de rest van de Verenigde Staten. Wat daarbuiten gebeurt lijkt minder belangrijk. Enkel het allergrootste internationale nieuws komt aan bod.
  • Wanneer je een programma probeert te volgen, krijg je meer reclame dan programma te zien. Op sommige zenders worden elke 5 minuten programma gevolgd door 10 minuten reclame. Terwijl ik me vroeger stoorde aan de reclame op VT4, is dat momenteel nog een verademing.

Eetgewoontes
  • Frieten worden gesneden van aardappels met de schil er nog aan. Het ziet er nogal bruin en verschrompeld uit, maar heeft eigenlijk weinig effect op de smaak.
  • Je vindt àlles voorverpakt. Geschild fruit, appelschijfjes, schoongemaakte en gesneden champignons, aardbeien met slagroom, … Je kan het zo gek niet bedenken of je vindt het kant-en-klaar.
  • Ik heb niemand ontmoet die niet verzot was op chocolate chip cookies. Je vindt ze in alle soorten en maten.
  • Iets anders waar Amerikanen verzot op zijn, is vlees. Wanneer je een broodje met hesp en kaas bestelt, dan zit daar 1 schelletje kaas en een 8-tal schellen hesp tussen. Verschillende soorten vlees worden bovendien moeiteloos gecombineerd en gestapeld: op broodjes, pizza’s en hamburgers. Bij een barbecue is men niet bang van de kleur zwart. Vlees mag gerust wat verbrand zijn.
  • Verpakkingen zijn groot. Wie dacht dat waterflessen van 2 liter al groot waren, verandert snel van mening bij het wandelen door een Amerikaanse supermarkt. Zo komt water in verpakkingen van 4,5 liter en kan je roomijs in emmers kopen.
  • Ook glazen zijn groot. En kleine lepeltjes dienen enkel om in de koffie te roeren. Het zijn dus letterlijk koffielepeltjes. Desserts eet je met een grote lepel. Altijd. In ons appartement hàdden we zelfs enkel grote lepels.
  • Lang leve de cupholder. Amerikanen houden ervan om overal hun eigen cup of beker mee te zeulen en die moet dus een plaatsje krijgen. In de auto, op de fiets, op een boot, op een go-cart, tot op kinderwagens en buggy’s toe.

Varia
  • Hoewel de VS zichzelf beschouwt als ‘the land of the free’, hebben ze regels voor alles. De administratieve molen is dodelijk traag.
  • Het gelijkvloers wordt de 1e verdieping genoemd. Mijn bureau op het werk was op de 4e verdieping, maar voor ons dus eigenlijk op de 3e.
  • Wanneer je op je gsm gebeld wordt of wanneer je een sms’je ontvangt, betaal je evenveel als wanneer je zelf zou bellen of sms’en.
  • De huur betaal je cash of met een cheque. Overschrijvingen kennen ze niet. Ze begrijpen ook niet waarom dat makkelijker zou zijn.
  • In Californië vind je overal openbare toiletten. Proper en gratis. Het merendeel van de toiletten spoelt trouwens automatisch door wanneer je opstaat.
  • Op kledingvlak is Irvine wat traditioneler dan we in Leuven gewend zijn. Veel hippe vogels zie je er niet. Met uitzondering van ultrakorte shortjes bij warm weer en de afschuwelijke trend om doorschijnende leggings of zelfs zwarte nylonkousen als broek te dragen, kleden jongeren zich er vrij klassiek. Bovendien heeft 90% van de vrouwen lang haar. Van de overige 10% zijn de meesten 50-plus.

Voilà, dat was het! De lijst is zelfs voor mezelf langer dan verwacht.

Het enige dat ons nu nog rest, is een dankjewel. Aan jullie allemaal.
Bedankt voor de vele leuke kaartjes (ook de geboortekaartjes!), de mails en de berichtjes. Hoewel we weinig last gehad hebben van heimwee, doet het meer deugd dan je zou denken om af en toe iets van het thuisfront te horen. En natuurlijk ook bedankt aan iedereen die onze avonturen gewoon meegevolgd heeft. Sommige blogposts werden meer dan 150 keer gelezen. Geen idee wie al deze geheimzinnige lezers geweest zijn, maar het is in ieder geval leuk te weten dat onze schrijfsels geapprecieerd werden!

PS: Over onze uitstapjes naar Yosemite en New York volgt geen verslag meer, maar om af te sluiten gooien we er nog wat foto’s tegenaan. Meer uitgebreide fotoalbums probeer ik zo snel mogelijk op facebook te zetten. Als je weet dat we in totaal ongeveer 13.000 foto’s hebben (de uitgekuiste versie…), dan is het hopelijk begrijpelijk dat het verwerken daarvan wat tijd in beslag neemt. Maar het zijn stuk voor stuk prachtige herinneringen. Moest iemand er ooit aan twijfelen om voor enkele maanden (of langer) naar het buitenland te gaan, dan zeggen wij: niet twijfelen, gewoon doen!

YOSEMITE:

vroeger reden ze hier met een koets doorheen...

onderweg naar Glacier Point


Davy en een eekhoorn op weg naar de top van Vernal Falls

top bereikt!

en nog wat hoger.


NEW YORK:





















 

Een jaar na onze terugkeer geef ik graag nog enkele aanvullingen:

  • Wanneer je in een restaurant of taverne gaat zitten, komt men meteen vragen wat je wil drinken, zonder dat je de kaart gezien hebt.
  • Op straat alcohol consumeren is ten strengste verboden. Dit is meteen de reden waarom Californische jeugd graag gaat feesten in Vegas. Daar geldt die restrictie niet en dat vinden ze geweldig.
  • Vrijwel in elk huis zit er een garbage disposal unit ingebouwd in de lavabo in de keuken. Klein keukenafval kan je daar in gooien en wordt vervolgens fijngemalen door vlijmscherpe messen. Omdat het echter moeilijk in te schatten is welk 'klein' afval klein genoeg is (en draderige structuren al snel een probleem vormen), hebben wij onze 'garburator' eigenlijk zelden gebruikt.
  • In kledingwinkels hangen verkoopsters de kleren die je wil passen al meteen klaar in een pashokje. Soms wordt je naam op de deur van het hokje geschreven (in mijn geval: Elsa).
  • In Californië is het openbaar vervoer eerder gelimiteerd qua frequentie en beschikbare informatie. Toch kan er veel: fietsen kunnen bijvoorbeeld vooraan op de bus vastgemaakt worden. Mensen lijken zich bovendien niet te ergeren wanneer dit veel tijd in beslag neemt. De belangrijkste reden daarvoor is wellicht dat bussen sowieso niet op vaste uren rijden. Mensen nemen dus enkel de bus wanneer ze veel tijd hebben OF zorgen ervoor dat ze extra tijd incalculeren.
  • Verkeerslichten staan achter een kruispunt in plaats van ervoor. Aangezien kruispunten bovendien al snel 40 m² beslaan, betekent dit dat je véél eerder moet beginnen remmen dan bij ons.
  • Bij ons bestaat er een verschil tussen een identiteitskaart en een (internationaal) paspoort; in Amerika kennen ze dit onderscheid niet. Of beter, ze kennen het principe van een identiteitskaart niet. Je hebt een paspoort nodig als je het land wil verlaten, maar er bestaat geen 'officiële' manier om je te identificeren wanneer je je in de VS bevindt. De doorsnee Amerikaan gebruikt hiervoor z'n rijbewijs (dat je al vanaf je 16e kan halen, wat de meeste mensen ook doen).


2 opmerkingen: