26 februari 2012

If you’re going to San Francisco, …


dan kunnen wij je misschien enkele tips geven.

Onze trip begon op vrijdagavond. De Supershuttle (een soort taxi die je met meerdere mensen deelt) kwam ons thuis oppikken en bracht ons naar de luchthaven van Los Angeles. We hadden immers beslist om met het vliegtuig naar San Francisco te gaan. Zoals ik vorige week nog naar een vriendin mailde: “’t Is maar een uurtje vliegen en vrij goedkoop, dus daarvoor kruip je geen 7 uur in de auto.” Inderdaad, San Francisco ligt een stuk noordelijker dan Irvine en is ongeveer 6 à 7 uur rijden. Met het vliegtuig zou het slechts anderhalf uur duren. Snel beslist dus.
Onze vlucht zou opstijgen om 18u50, en de schermpjes in de luchthaven gaven aan “on time”. Super. Net toen we zouden mogen instappen, rond 18u15, werd plots omgeroepen dat het vliegtuig pas zou kunnen vertrekken om 21u15 wegens problemen met het luchtverkeer in San Francisco. Lap. Een vertraging die langer duurde dan de vlucht zelf, maar niks aan te doen. Normaal zouden we eten in San Francisco, maar ’t is pizza geworden in de luchthaventerminal.
Om 21u15 zaten we vertrekkensklaar in het vliegtuig: handbagage opgeborgen en gordel aan. Op naar San Francisco! Nee hoor, de piloot kondigde doodleuk aan dat we niet mochten opstijgen en vermoedelijk nog wel een uurtje zouden moeten wachten... Uiteindelijk zijn we om 22u30 vertrokken en rond middernacht geland. Bagage opgepikt en min of meer op goed geluk op een trein gestapt. Gelukkig reed die in de juiste richting. Om 1u30 konden we eindelijk de deur van onze hotelkamer openen. Zucht. Aangezien de shuttle ons al rond 16u had opgepikt, waren we in totaal ongeveer 9 uur onderweg geweest. Met de auto waren we er dus al lang geweest…

Ons hotel was aan de chique kant en we waren dus blij met onze kamer. Tot ik de volgende ochtend de douchekraan opendraaide. Of probeerde open te draaien. Geen water. Gelukkig stond er al snel een klusjesman klaar en bleek het probleem vlot op te lossen. Met kleine oogjes begonnen we na het ontbijt aan een fikse stadswandeling. Ons hotel bevond zich vlakbij Union Square, dus dat werd het startpunt. Tal van winkels rondom en het artistieke en minder artistieke werk van plaatselijke kunstenaars in het midden. We merkten al snel dat er heel wat straatartiesten resideren in San Francisco. Zo speelde er een aap met een zilveren masker gitaar op Union Square, en zagen we later nog een tapdanser bij een slagwerkgroep, een man die zijn schouder uit (en terug in) de kom duwde op muziek van Michael Jackson, en andere gekke dingen.
We sprongen even binnen in een gigantisch winkelcentrum op Market Street en vervolgden onze weg naar de wijk South of Market. Hier bevinden zich het San Francisco Museum of Modern Art en de Yerba Buena Gardens. Het eerste is een hip gebouw; het tweede een grote tuin met een waterval ter nagedachtenis van Martin Luther King. Leuk om een tijdje in rond te wandelen.

Union Square

zicht op het SF Museum of Modern Art vanuit de Yerba Buena Gardens

waterval ter ere van Martin Luther King

in de Yerba Buena Gardens

Hierna trokken we richting water. We bewonderden het Ferry Building en genoten van het uitzicht op de Bay Bridge. De volgende halte was Chinatown, een plek met een sterke aantrekkingskracht op toeristen, wat meteen voor een groot stuk de sfeer bepaalt. Een wirwar van mensen van allerlei nationaliteiten dus. Naast de vele winkeltjes is de toegangspoort wellicht de grootste bezienswaardigheid. Tegen het donker waren we terug op ons vertrekpunt, Union Square, waar we nog even bij Macy’s zijn binnengesprongen. Da’s een soort Inno in het groot (doe de Inno van Leuven maal 5 voor de doorsnee Macy’s, zoals we er ook eentje ‘thuis’ in Newport Beach hebben – die in steden als Chicago en New York zijn nog een pak groter).
 
Ferry building

Bay bridge

in Chinatown

Op zondag hebben we het stadsgedeelte boven/achter Chinatown verkend. Aangezien er heel wat kilometers op het menu stonden en we onze benen wat wilden sparen, namen we de kabeltram tot aan Jackson Street. Een kabeltram is een tram die zich op rails voortbeweegt, en daarbij voortgetrokken wordt door een kabel onder het wegdek. San Francisco is de enige plek waar men nog gebruik maakt van dit soort tram. Een unieke belevenis dus. Wat daarbij vooral opvalt, is hoe steil de straten in San Francisco zijn…






Eens afgestapt wandelden we naar Columbus Avenue, een goed startpunt om North Beach te verkennen. Dit is de Italiaanse wijk, rijk aan striptenten en pizzeria’s. Een eerste halte was de City Lights Bookstore, een baken in de geschiedenis van de Beat-literatuur. Een fascinerende plek, aangezien klanten er gewoon boeken mogen lezen in de winkel, net zoals in een bibliotheek. Na een kort bezoekje aan de Saints Peter and Paul Church en enkele tussenstops in supercoole winkeltjes ging het verder richting Telegraph Hill. Een heuvel. Maar net iets steiler dan wat je je normaal zou voorstellen in een stad. Bovenaan prijkt de Coit Tower, waar je een fantastisch uitzicht hebt.

Saints Peter and Paul Church


"trucks and buses not advised" - waarom?


daarom dus...



uitzicht vanop de Coit Tower, met de Golden Gate Bridge in de verte

uitzicht vanop de Coit Tower

Na een bezoek aan de toren ging het (steil) bergaf richting Embarcadero, een smalle strook langs het water met behoorlijk veel aanlegsteigers en pieren. Onze wandeling bracht ons van pier 19 tot aan het San Francisco Maritime National Historic Park aan pier 41, met tussenstops op pier 39 en op Fisherman’s Wharf. Veel volk, toeristische winkeltjes en brullende zeeleeuwen.

uitzicht op de Coit Tower vanop de begane grond

een retro-tram op de Embarcadero

aan Pier 39, met Alcatraz op de achtergrond

zeeleeuwen



Maandag was het Presidents’ Day, een officiële feestdag (en de reden waarom we dit weekend hadden uitgekozen voor onze citytrip). We besloten er een ‘Golden Gate’-dag van te maken. Eerst trokken we met de bus richting Haight-Ashbury, wat in de jaren ’60 het hippiecentrum van de wereld was. Groepen als The Grateful Dead, Jefferson Airplane, en Janis Joplin woonden hier tijdens de Summer of Love. Vandaag hangt er nog steeds een bohemien sfeertje, dat ietwat doet denken aan Camden in Londen, maar op kleinere schaal, met meer daklozen en onguur uitziende types, maar ook met leukere winkels. Ik vond het er in ieder geval geweldig.
Haight Street komt uit op het gigantische Golden Gate Park. Aangezien het een feestdag was, waren een aantal straten voor het verkeer afgesloten en konden we hier rustig wandelen. Vervolgens namen we de bus naar de Golden Gate Bridge. Misschien wel de bekendste brug ter wereld. Een indrukwekkend bouwwerk dat ons mooie foto’s opleverde. Van de brug, de stad en de zonsondergang.


Haight-Ashbury




peace, love & ice cream

Bettie Page - "a body is a terrible thing to waste!"

Conservatory of Flowers in het Golden Gate Park

een prachtige carrousel in het Golden Gate Park



Golden Gate Bridge






Dinsdagochtend moesten we vroeg uit de veren. Valies maken, ontbijten, uitchecken en de tram nemen naar pier 33. Hier mochten we onze tickets ophalen voor een bezoek aan Alcatraz. (Een tip: Reserveer dit altijd op voorhand, want zelfs in de winter bleek het al dagen op voorhand uitverkocht.) Na een boottochtje van 15 minuten arriveerden we op het eiland. Alcatraz, ook bekend als The Rock, was ooit een federale gevangenis, waar zware criminelen als Al Capone en George ‘Machine Gun Kelly’ Barnes opgesloten zaten. De audiotour over het gevangenisleven (inbegrepen in de toegangsprijs) was enorm boeiend. Een aanrader. Een verrassing was het feit dat er ook heel wat andere (ruïnes van) gebouwen op het eiland te vinden waren. Er woonde blijkbaar ook heel wat personeel en door de afstand tot het vasteland was het een relatief geïsoleerde gemeenschap. Naast de strengst bewaakte gevangenis ooit (1 bewaker per 3 gevangenen) was Alcatraz dus ook de gelukkige thuis van heel wat gezinnen met kinderen. Toch een beetje een bizar idee. Davy wees me erop dat wij bijna even dicht bij Leuven Centraal wonen. Maar daar zit Al Capone natuurlijk niet.


Alcatraz

3 rijen cellen boven elkaar, met een nummer boven elke deur
namen werden niet gebruikt op Alcatraz - iedereen was een nummer

hierin zaten gevangenen 16 tot 23 uur per dag opgesloten
(in de isolatiecellen in blok D, waar Al Capone zat, mochten ze hun cel
slechts 10 minuten per week verlaten, om te douchen)

douches zonder scheidingswanden, om aanvallen te voorkomen,
en met lekker warm water, om te voorkomen dat gevangenen zouden
wennen aan de kou en dus zouden kunnen ontsnappen via de zee















De vlucht naar huis verliep vlotjes en zonder vertraging. Nu lassen we even een rustpauze in, want al dat citytrippen kruipt toch een beetje in je kleren.

16 februari 2012

City of Angels

Na de fijne optredens van woensdag hadden we nog 4 dagen tijd om te citytrippen. Op donderdag trokken we na het ontbijt richting metro om naar de Universal Studios te gaan.
Op de weg naar het metrostation passeerden we langs de Capitol Records-toren, waar een massa volk was samengetroept. Nieuwsgierig als we waren, vroegen we wat er precies aan de hand was. Wat bleek, al die mensen stonden te wachten om een glimp op te vangen van een talentvolle jongeheer uit Liverpool die binnen een paar uur zijn ster op de Walk of Fame mocht onthullen. De ster in kwestie was niemand minder dan sir Paul McCartney.



Na een korte ondergrondse rit arriveerden we op wandelafstand van de ingang van Universal Studios, waar een treintje ons (en andere bezoekers) kwam oppikken, om ons aan de kassa’s weer af te zetten. Universal Studios is zowel een filmstudio als een pretpark. Onze eerste ‘attractie’ was de studiotour, waarbij je in een pretparktreintje een ritje maakt langs opnamestudio’s en buitenlocaties, zoals Wisteria Lane uit Desperate Housewives, het dorpsplein uit Ghost Whisperer, de ‘zee’ (en de haai) uit Jaws, en ga zo nog maar even door. Ook werden er een aantal bekende filmauto’s tentoongesteld (Magnum P.I., The Fast and The Furious, Knight Rider, Back to the Future, …) en werd er getoond hoe ongelukken, explosies en allerlei weersomstandigheden (regen, onweer en zelfs een vloedgolf) in scène worden gezet. Tot slot waren er nog twee topattracties tijdens deze rit: The Mummy Tomb en King Kong 360 3D, waarbij je je een levensechte toeschouwer waant van een gevecht tussen King Kong en de dinosaurussen uit Jurassic Park. Echt de moeite.

voorkant = levensecht / achterkant = niet zo echt

dansende auto's

een (nogal explosieve) scène uit Bones, waarvan getoond werd hoe die precies geënsceneerd werd

Wisteria Lane

Na de studiotour hebben we wat rondgelopen in het park en zijn we gaan kijken naar een ‘Special Effects Stage’ (waar getoond wordt hoe special effects gecreëerd worden in films), Shrek 4D en de Blues Brothers. Zo’n 4D-ervaring is ook wel eens de moeite trouwens: Je draagt daarbij niet alleen een 3D-brilletje, maar ‘voelt’ ook allerlei andere sensaties. Zo reden we samen met Shrek op een koets over kasseien, voelden we de kille wind van de geest van Lord Farquaad en het snot van de niesbui van Donkey.
Na het parkbezoek hebben we nog wat rondgehangen op de Universal CityWalk, een winkelcentrum met veel toeters en bellen, waar Ilse haar kleedjescollectie nog wat heeft aangevuld :-)

Op vrijdag trokken we naar de Paramount Studios, waar we een studiotour gereserveerd hadden. De reden hiervoor was dat men ons verteld had dat Paramount authentieker zou zijn dan Universal en je er meer informatie zou krijgen. Of dat nu wel of niet het geval was, daar zijn we eigenlijk nog niet uit. In een klein groepje trokken we op een golfkarretje langs de verschillende filmstudio’s (Glee, Rizolli & Isles, …) en buitenlocaties (zoals de rode zee, écht waar). We kregen ook de kans om op de set van verscheidene tv-series te wandelen (waar uiteraard geen foto’s mochten genomen worden). Jammer genoeg waren het series die we zelf niet kenden (bv. Happy Endings), maar toch was het een bijzondere ervaring. Alles op zo’n set is trouwens nep. Uit de kranen komt bijvoorbeeld geen water, tenzij iemand gehurkt in de kast zit en ijverig op een plastic fles duwt om zo een pompsysteem te creëren.





de truc met de deur,
of hoe een klein persoon (Tom Cruise) groter lijkt
en een groot persoon (Nicole Kidman) kleiner...

zicht op enkele 'sound stages' en op de Hollywood-letters


Na de rondleiding bij Paramount hebben we eventjes over Hollywood Forever gewandeld. Een gigantisch groot kerkhof, waar heel wat beroemdheden (Cecil B. DeMille, Rudolph Valentino, Dee Dee en Johnny Ramone, e.a.) hun eeuwige rustplaats hebben. Door de grote oppervlakte zagen we het echter niet zitten om al deze bekende graven ook effectief te gaan zoeken… Nadien hebben we Hollywood nog wat verder verkend. Enkele hoogtepunten waren: de Walk of Fame, het uitzicht op de Hollywood-letters in de heuvels, het Palladium Theatre, en het Chinese Theatre (waar hand- en voetafdrukken staan van sterren van vroeger en nu, en waar allerlei filmfiguren staan te drummen om – tegen betaling – met je op de foto te mogen). Een bezoek aan het Kodak Theatre (waar de oscars worden uitgereikt) is voor de volgende keer.

de Hollywood-letters van iets dichterbij
Walk of Fame

aan het Chinese Theatre

exact even groot

Eén stop die zeker nog de moeite waard is om te vermelden, is ‘Amoeba’. De muziekdroomwinkel. Het Walhalla voor de muziekliefhebber: nieuwe cd’s, tweedehands, vinyl, dvd’s. Een ongelooflijk aanbod. Ze noemen zichzelf: ‘high church for music geeks’. Gelukkig hebben ze geen vestiging in Leuven of we zouden op het einde van de maand droog brood moeten eten.

Op zaterdag trokken we naar Downtown Los Angeles. De eerste stop was de Cathedral of Our Lady of the Angels. We doen een kleine denkoefening: Probeer je een hypermodern gebouw voor te stellen dat in niets op een kathedraal lijkt. Zo ongeveer ziet het eruit.
De volgende halte was het Music Center, met concertzalen in meerdere gebouwen. Eén van die gebouwen is de Walt Disney Concert Hall. Een futuristisch gebouw, waarin je een ‘self-guided audiotour’ (zo’n rondleiding met een koptelefoon op je hoofd) kan doen, tenminste als je voor 14u komt. Dat had ondergetekende over het hoofd gezien. Het stond nochtans in de reisgids. Het bezoek van de binnenkant moesten we dus overslaan, maar we hebben wel prachtige foto’s van de buitenkant.



Dan maar op naar de volgende stop: The Museum of Contemporary Art of kortweg MoCA. Moderne kunst en verboden om foto’s te nemen. Na het museumbezoek namen we The Angels Flight. Een tramwagonnetje dat je van een hooggelegen straat naar een laaggelegen straat brengt (of omgekeerd). Ziet er toeristisch uit, maar bestaat al sinds 1901 en wordt door inwoners van LA simpelweg als vervoersmiddel gebruikt. De rit kost 25 cent.
Aangezien we nog tijd over hadden, konden we nog naar El Pueblo de Los Angeles. Hier staan een aantal originele gebouwen uit de 18de eeuw (en een aantal replica’s), toen Los Angeles nog een Spaanse vestiging was.




Op zondag hebben we een ticketje voor een ‘hop-on hop-off’ bus gekocht. Deze deed een ritje door LA, waarbij je op verschillende plaatsen kon afstappen. Aangezien we niet zo heel veel tijd meer hadden, deden we slechts twee stops. De eerste was Rodeo Drive in Beverly Hills: de straat/wijk waar de celebrities shoppen en dus duur, duurder, duurst. De tweede stop was de Farmers Market. Dit was oorspronkelijk een markt waar landbouwers groenten, fruit en melk- en vleeswaren verkochten, maar vandaag is het eerder een folkloristisch en toeristisch marktje met eetgelegenheden, bakkers, slagers,… Met het obligate openlucht-winkelcentrum (één van de vele ‘malls’) ernaast.

LA was dus meer dan de moeite waard. Maar we zijn toch blij dat we onze auto niet hadden meegenomen. Eerst hier nog wat oefenen vooraleer we dergelijke drukte trotseren :-)

PS: Binnenkort meer foto’s op facebook. Die van San Diego staan er al op. Wie niet op FB zit en de foto’s toch graag wil zien, geeft maar een seintje. Dan sturen we de link door.